Bs 3 Bevruchting (kader)

Bevruchting
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de zaadplanten gaat.
  • Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

even herhalen

Slide 3 - Tekstslide

de belangrijke onderdelen voor nu

Slide 4 - Tekstslide

wat is bestuiving?
kan je alle onderdelen noemen?
  • 1: stuifmeelkorrel
  • 2: helmknop
  • 3: meeldraad
  • 4: stempel
  • 5: stamper

Slide 5 - Tekstslide

leuk die korrel op de stempel, maar wat dan???

Slide 6 - Tekstslide

stap 1
- er zit een stuifmeelkorrel op de stempel
- uit het stuifmeelkorrel groeit een buisje 
dit heet stuifmeelbuis
- in de stuifmeelbuis zit de kern van de stuifmeelkorrel
-stuifmeelbuis groeit door de stijl naar de eicellen in het vruchtbeginsel
Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
zaadbeginsel

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2
- stuifmeel komt bij een eicel
- kern gaat eicel in
- de kern van de stuifmeelkorrel (man) versmelt met de kern van de eicel (vrouw)
Dit heet bevruchting
- Er ontstaat een bevruchte eicel

Slide 8 - Tekstslide

Pas NA het samensmelten, is de plant bevrucht

Slide 9 - Tekstslide

Van bevruchte eicel tot kiemplantje


In het zaadbeginsel ligt de bevruchte eicel (eicel samengesmolten met kern stuifmeelkorrel).
Direct na de bevruchting beginnen de eicel en het zaadbeginsel te groeien.

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem

Een zaad is bedekt met een zaadhuid en bevat één of twee zaadlobben.
De zaadlobben bevatten zetmeel als reservevoedsel.
Ze leveren energie aan de kiem voor het kiemen. 

Kieming - kiemen betekent dat de kiem uitgroeit tot een kiemplantje. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

dit is een
Een boon, een zaad.
Uit het zaadbeginsel is dit zaad ontstaan.
1
'donker puntje'
Het poortje
Hierdoor kan het zaad water (vocht) opnemen. 
2
2 zaadlobben. Een zaad kan ook 1 zaadlob bevatten.
Bevatten zetmeel, het reservevoedsel.
Bij de kieming van het zaad, groeit de kiem uit tot een kiemplantje.
Het zetmeel levert daarvoor de energie.
3
buitenste laag
Zaadhuid
Beschermt het binnenste deel van het zaad
4
Navel
Hier zat de boon vast in de peulvrucht
5
Zaadlob met de kiem
6
De kiem
Deze ontstaat uit de bevruchte eicel en groeit uit tot het kiemplantje
7
BOON: Leer de onderdelen en de functies.

Slide 12 - Tekstslide

Meerdere stuifmeelbuizen
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen door de stijl groeien.

Die gaan naar verschillende zaadbeginsels

Als een eicel bevrucht is, kan een zaad ontstaan. 


Als een eicel niet wordt bevrucht, groeit 
DAT zaadbeginsel niet uit tot zaad

Slide 13 - Tekstslide

de zaden zitten vaak in de lekkerste vruchten!

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vaak is
de appel bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

 Herhaling uitleg?
Kijk 
het uitleg-filmpje
 5 minuten

In de titel van het filmpje staat: Basisstof 3  -  Bevruchting.
Ons boek: Basisstof 4  -  Bevruchting.
Kijk het filmpje over bevruchting!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video


In het vruchtbeginsel zitten
A
stuifmeelkorrels
B
stempels
C
zaadbeginsels
D
helmhokjes

Slide 18 - Quizvraag



Wat is waar?


A
a) stijl c) zaadbeginsel
B
b) stempel kleine afbeelding is een zaadcel
C
c) stijl kleine afbeelding is een eicel
D
a) stempel kleine afbeelding is een zaadbeginsel met eicel

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Opdrachten
Lees eerst blz 162 t/m 163 door.
Maak dan de opdrachten volgens planning die je hebt gekregen

dia hierna staan nog enkele oefeningen

Slide 21 - Tekstslide