Aan het eind van deze les...
... begrijp je wat arbeid inhoudt.
... kan je de formule van arbeid toepassen
... begrijp je dat arbeid wordt verricht wanneer een voorwerp een verschil in een grootheid
ervaart.
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Aan het eind van deze les...
... begrijp je wat arbeid inhoudt.
... kan je de formule van arbeid toepassen
... begrijp je dat arbeid wordt verricht wanneer een voorwerp een verschil in een grootheid
ervaart.
Vr. 1: Al in de les gedaan, zie theorie
Vr. 2: Een persoon heeft een zak zand van 25 kg stil in zijn handen.
Bereken voor elke kracht werkende op de zak de bijbehorende arbeid.
Vr. 3: Een persoon gooit een steen met een massa van 3,5 kg recht omhoog. De steen is 4,5 meter omhoog bewogen voordat deze dezelfde afstand weer naar beneden valt. De gemiddelde wrijvingskracht die op de steen werkt is zowel bij het omhoog als bij het omlaag bewegen gelijk aan 8,5 N.
a. Bereken de arbeid die de zwaartekracht en de wrijvingskracht verricht hebben terwijl de steen omhoog bewoog.
b. Bereken de totale arbeid die op de steen werkt terwijl deze omhoog beweegt. Is de totale arbeid nul, positief of negatief?
Vr. 3: Een persoon gooit een steen met een massa van 3,5 kg recht omhoog. De steen is 4,5 meter omhoog bewogen voordat deze dezelfde afstand weer naar beneden valt. De gemiddelde wrijvingskracht die op de steen werkt is zowel bij het omhoog als bij het omlaag bewegen gelijk aan 8,5 N.
c. Bereken de arbeid die de zwaartekracht en de wrijvingskracht verricht hebben terwijl de steen naar beneden bewoog.
d. Bereken de totale arbeid die op de steen werkt terwijl deze omlaag beweegt. Is de totale arbeid nul, positief of negatief?
Vr. 4: Bij veel auto's blaast bij een botsing automatisch een airbag op. Hierdoor wordt vaak letsel voorkomen.
a. Leg uit hoe een airbag werkt. Gebruik in je antwoord de begrippen arbeid en verplaatsing en maak gebruik van
Vr. 4: Bij veel auto's blaast bij een botsing automatisch een airbag op. Hierdoor wordt vaak letsel voorkomen.
Een persoon met een massa van 70 kg komt met een snelheid 30 m/s tegen een airbag. De airbag deukt hierdoor 20 cm in. Je mag aannemen dat bij de airbag geen vering optreedt.
b. Bereken de kracht die tijdens de botsing op deze persoon werkt met behulp van
c. Vind wederom de kracht die tijdens de botsing op deze persoon werkt, maar nu met behulp van de wet van behoud van energie.