Les 1: terugblik planning

Expressief talent
  • Terugblik; wat hebben we in periode 3 geleerd?
  • Opdracht periode 4 bespreken + activiteitenschema
  • Planning deze periode
  • observeren
  • Doelgroepanalyse
  • Opdrachten voor deze periode
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Expressief talentMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Expressief talent
  • Terugblik; wat hebben we in periode 3 geleerd?
  • Opdracht periode 4 bespreken + activiteitenschema
  • Planning deze periode
  • observeren
  • Doelgroepanalyse
  • Opdrachten voor deze periode

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we in periode 3 gedaan?

Slide 2 - Woordweb

Opdracht periode 4:
Activiteit plannen en uitvoeren in je eigen omgeving

We gaan ze allemaal even langs via canvas, hoe is het jullie bevallen?

Is er iets waar je tegenaan bent gelopen? Wat neem je mee voor je examen?

Slide 3 - Tekstslide

Planning deze periode
We werken naar jullie examen toe.
Je gaat opdrachten uitvoeren tijdens en buiten de les, hierover krijg je straks meer uitleg.
Volgende week krijgen jullie de uitleg voor het examen!
De activiteiten tijdens de les zijn ook al de voorbereiding op je examen.
Vandaag stukje theorie over observeren!

Slide 4 - Tekstslide

Observeren
Voor en tijdens je examen is belangrijk om je doelgroep goed te observeren. 
De hele dag kijk je om je heen, neem je waar, observeer en interpreteer je.

Ook tijdens je werk in de zorg doe je dit op een professionele manier, maar wat moet je nou goed op letten?
Je rapporteert wat je ziet. Maar hoe objectief kijk jij eigenlijk? En zien jouw collega's hetzelfde als jij?

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen, observeren en interpreteren
  • Waarnemen gaat vanzelf: ruiken, voelen, zien, horen.
Doe je dit gericht, met een doel, dan ben je aan het observeren. 
  • Observeren: objectief + zonder je eigen mening. 
Dat is moeilijk en dat gaan we in de les ook trainen. 
  • Interpreteren: betekenis geven aan wat je hebt gezien. 
Je gebruikt kennis om bijvoorbeeld in te vullen wat oorzaken van bepaald gedrag kunnen zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Objectief observeren
Hier moet je jezelf in trainen!

Lees de volgende twee gedachten bij observaties:
"Die mevrouw loopt in een hoog tempo, haar jas wappert in de wind."
"Ze heeft vast haast. Waarom zou ze zo snel lopen?"

Wat is het verschil tussen deze twee? Welke gedachte is objectief? Welke subjectief?

Slide 7 - Tekstslide

Video:
Kijk wat er gebeurt als we te snel oordelen over wat we zien.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Opdrachten
De opdrachten zijn een voorbereiding op je examen, denk dus goed na wat het meest nuttig is in jouw situatie.
Opdracht B1 en B2 (stageopdracht) voer je buiten de lessen uit gedurende deze weken.

Opdracht B3 en B4 bereid je voor en voer je uit in de les (daarover later meer)

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht B1

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht B2
Minimaal 2 keuzeopdrachten die je uitvoer in de BPV:
  • Observeren van twee mensen
  • Cultureel generatie onderzoek
  • Persoonlijk notitieboekje
  • Rituelen
  • Blijvende inspiratie

Slide 12 - Tekstslide

Doelgroepanalyse
Voor je een activiteit bedenkt, begin je met een doelgroepanalyse en een doel. 
Om daar eens mee te oefenen maken jullie na de uileg een doelgroepanalyse van jullie eigen klas. 

Denk daarbij ook nog eens terug aan periode 3 en het document ''ontwikkelingspsychologische fasen.''

Slide 13 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken en doelstellingen
Een onderdeel van het examen voor expressief talent is het beschrijven van ontwikkelingskenmerken en doelstellingen van de doelgroep. 

In dit keuzedeel gebruiken we drie soorten kenmerken: cognitieve, motorische en sociaal-affectieve.

Slide 14 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
Bij cognitieve ontwikkelingskenmerken kun je denken aan:

Geheugen: werkgeheugen, langetermijngeheugen
Aandacht: richten op één onderdeel van de omgeving, relevante informatie filteren
Gedrag sturen: bij nieuwe taken, meerdere taken tegelijk
Mentale snelheid: snelheid van schakelen, denken

Selecteer hieruit wat voor jouw doelgroep van belang is!

Slide 15 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling
  • Bij motorische ontwikkelingskenmerken hebben we het over grove motoriek en fijne motoriek. 
  • In de zorgpraktijk kun je denken aan mobiliteit, evenwicht, balans, zelfredzaamheid. 
  • Denk bij de activiteiten bijvoorbeeld aan de motoriek van de doelgroep, waar moet je extra op letten?

Slide 16 - Tekstslide

Sociaal-affectieve ontwikkeling
Bij sociaal-affectieve ontwikkelingskenmerken gaat het om de volgende zaken:

  • Persoonlijk netwerk: welke mensen zijn in de directe omgeving?
  • Eenzaamheid: dit is persoonlijk en subjectief
  • Maatschappelijke participatie: participatie in de samenleving (denk aan werk, vrijwilligerswerk)
  • Consumptieve participatie: zelfontplooiing, welzijn, cultuur
  • Netwerkparticipatie: informele omgang met familie, buren, vrienden

Ook hierin kun je een selectie maken. Beschrijf zo objectief mogelijk wat de kenmerken op sociaal gebied zijn van de mensen die meedoen met jouw activiteit.

Slide 17 - Tekstslide

Doelstellingen
Als je de ontwikkelingskenmerken (cognitief, motorisch en sociaal-affectief) in kaart hebt gebracht, heb je een beeld van de beginsituatie van de mensen. Vanuit daar ga je kijken naar doelstellingen. Die moeten aansluiten op de beschreven kenmerken.

Er zijn verschillende soorten doelstellingen mogelijk. Misschien zie je aanknopingspunten voor ontwikkeling. Je kunt ook als doel hebben om een vaardigheid te behouden (denk aan herinneringen ophalen, in beweging blijven of het sociale netwerk onderhouden).

Slide 18 - Tekstslide

Doelgroepanalyse opdracht B3
Je maakt een doelgroepanalyse van de klas aan de hand van de uitleg die je net hebt gekregen en de kennis die je in periode 3 hebt opgedaan. Maak daarvoor gebruik van de documenten:
  •  ''Ontwikkelingskenmerken en doelstellingen'' onder fase B in canvas
  • ''ontwikkelingspsychologische fasen'' onder fase A in canvas

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht B4
Je hebt een doelgroepanalyse gemaakt en al nagedacht over een doel voor je klasgenoten.

Nu gaan jullie in tweetallen een activiteitenschema invullen en deze uitvoeren met de klas, tijdens de les.
Je krijgt in de les de tijd om dit voor te bereiden.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht B4
  • Je begint altijd met de analyse en het doel, daarna ga je een activiteit bedenken die daarbij aansluit. 
  • Tijdens de activiteit moet je doelgroep geprikkeld worden om te experimenteren met materialen. Ook moet het uiteraard aansluiten bij een van de expressievormen.
  • Volg de stappen van het activiteitenschema.
  • Volgende week krijg je hier nog tijd voor in de les > de les daarna zijn de eersten aan de beurt.

Slide 21 - Tekstslide