Menselijk lichaam

Menselijk lichaam
het menselijk lichaam 
en de orgaanstelsels
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldorientatieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Menselijk lichaam
het menselijk lichaam 
en de orgaanstelsels

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al van het menselijk lichaam? Noem losse woorden

Slide 2 - Woordweb

Deze les:
- introductie nieuwe thema
- korte info skelet
- korte info organen
- korte info orgaanstelsels en hun samenwerking

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video



skelet: botten en gewrichten
spieren
zenuwstelsel
reflexen
hersenen en coördinatie
ademhalingsstelsel
hart en bloedvaten



gastles arts
gastles EHBO
lessen samen met plusklas
leskist sportprestaties
lentekriebels
Thema Menselijk lichaam
niet
niet (veel) over spijsvertering, want dat kwam vorig jaar al uitgebreid aan bod tijdens het thema Voeding

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoeveel botten heeft een volwassen mens?
A
350
B
305
C
206
D
260

Slide 7 - Quizvraag

Waarom heeft een baby meer botten dan een volwassen mens?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het kleinste botje van je lijf?
A
vingerkootje
B
kleine teen kootje
C
stuitje
D
stijgbeugel

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

nieren
dikke darm
longen
blaas
dunne darm
hart
lever
maag
slokdarm

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

- beschermt organen
- maakt beweging mogelijk
- geeft vorm en stevigheid
- maakt bloedcellen aan
- maakt beweging mogelijk
- opnemen van zuurstof
- afgeven van koolstofdioxide
- vervoert bloed met zuurstof en voedingsstoffen naar organen
- vervoert bloed met afvalstoffen naar longen en nieren
- zorgt ervoor dat voedsel verteerd wordt: in zulke kleine brokjes opgebroken zodat de voedingsstoffen eruit gehaald kunnen worden
- aansturen van spieren
- verwerken van informatie uit de zintuigen en organen
- beschermt tegen ziekteverwekkers
- isoleert het lichaam
- regelt lichaamstemperatuur
- geeft vocht af (zweet) als dat nodig is
- zorgt ervoor dat de mens kan voortplanten (baby's krijgen)
- voert afvalstoffen af
- regelt de samenstelling van bepaalde stoffen in je bloed 
- geeft hormonen af aan het bloed (signaalstoffen)
- afvoeren vocht uit weefsels
- onderdeel van het afweersysteem

Slide 13 - Tekstslide

Welke stelsels gebruik je om te praten?
A
spierstelsel, zenuwstelsel, ademhalingsstelsel
B
huid, ademhalingsstelsel, spierstelsel
C
spierstelsel, zenuwstelsel, lymfestelsel
D
zenuwstelsel, lymfestelsel, ademhalingsstelsel,

Slide 14 - Quizvraag

Welke 5 stelsels zijn belangrijk om je spieren te bewegen?
A
spierstelsel, zenuwstelsel, verteringsstelsel, skelet, lymfestelsel
B
huid, ademhalingsstelsel, spierstelsel, zenuwstelsel, skelet
C
spierstelsel, zenuwstelsel, ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, bloedvatenstelsel
D
zenuwstelsel, lymfestelsel, ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel, skelet

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Huid
Voortplan-tingstelsel
Zenuw-stelsel
Spier-stelsel
Hormoon-stelsel
Skelet
Vertering-stelsel
Bloedvaten-stelsel
Lymfestelsel
Urinestelsel
Ademhalings-stelsel

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Video