6v vragen ecologie 2122

Basisstof 1 en 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Tot welk niveau van de ecologie behoort een hert?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 2 - Quizvraag

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 3 - Quizvraag

Horen soortgenoten bij biotische of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 4 - Quizvraag

Basisstof 3

Slide 5 - Tekstslide

Een soort heeft altijd een verspreidingsgebied (areaal) waarin het zich kan handhaven, afhankelijk van de tolerantie tegen bepaalde abiotische factoren. Een marge van een abiotische factor waarin een soort zich nog kan handhaven (zoals tussen temp. van 5-15 graden) heet een..
A
Tolerantiegebied
B
Areaal
C
Tolerantiegrens

Slide 6 - Quizvraag

In diagram 1 van figuur 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort voor de concentratie zouten in de omgeving. Er is geen duidelijk optimum-punt te zien, maar een 'tolerantiegebied'. Wat betekent dat?
A
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie goed
B
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie slecht

Slide 7 - Quizvraag

Basisstof 4

Slide 8 - Tekstslide

Een populatie die groeit volgens een S-curve wordt gereguleerd door....
A
dichtheidsAFhankelijke factoren
B
dichtheidsONAFhankelijke factoren

Slide 9 - Quizvraag

Bij welke curve is een populatie het meest stabiel in aantal en dichtheid?
A
S-curve
B
J-curve

Slide 10 - Quizvraag

Basisstof 5

Slide 11 - Tekstslide

Een voedselketen begint altijd met een
A
Consument
B
Reducent
C
Producent

Slide 12 - Quizvraag

De pijl in een voedselketen geeft weer.......
A
wie wie eet
B
dat het organisme voor de pijl het organisme na de pijl eet
C
dat het organisme voor de pijl naar het organisme na de pijl toe gaat
D
de energiestroom in de voedselketen

Slide 13 - Quizvraag


Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik -> vos
D
vos -> havik -> konijn ->gras

Slide 14 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 15 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 16 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 17 - Quizvraag

Basisstof 6

Slide 18 - Tekstslide

Neemt de biomassa in elke schakel toe of af?
A
Neemt toe
B
Neemt af

Slide 19 - Quizvraag

Biomassa gaat NIET verloren door:
A
Dissimilatie
B
Assimilatie
C
Afgestorven weefsel
D
Onverteerd voedsel

Slide 20 - Quizvraag

Welke piramide heeft altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides

Slide 21 - Quizvraag

basisstof 7

Slide 22 - Tekstslide

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 23 - Quizvraag

Grote biodiversiteit
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 24 - Quizvraag

humusarme bodem
(organische stoffen e.d.)
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 25 - Quizvraag

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 26 - Quizvraag