Welke keuzes heb je gemaakt?
Met welke bedoeling heb je zo gehandeld?
Wat is/was daarin belangrijk?
Welke afweging heb je gemaakt?
Wat zegt het protocol/ het plan over deze situatie?
Welke afspraken zijn in het team gemaakt over deze situatie?
Welke theorie heb je toegepast in deze situatie?
Welke visie heeft de instelling hierop?
Welke conclusie(s) heb je getrokken?
Welke oplossingen of verbetervoorstellen heb je gegeven?
Wat maakt dat je hiervoor gekozen hebt?