Instructie 9.5 Bestuiving, bevruchting en verspreiding

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Aan welke kenmerken herken je een insectenbloem?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Aan welke kenmerken herken je een windbloem?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zaadverspreiding via
A
Wind
B
Dier
C
De plant zelf

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Zaadverspreiding via
A
Wind
B
Dier
C
De plant zelf

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Zaadverspreiding via
A
Wind
B
Dier
C
De plant zelf

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdrachten 9.5 maken

Slide 26 - Tekstslide

Wat zie je hier?
Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Een lelijke bloem
D
Dit is geen bloem

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een insectenbloem?
A
Meestal grote , gekleurde bloemen
B
Geuren niet (hebben geen lekkere geur)
C
Hebben meestal nectar
D
Meeldraden maken weinig stuifmeel

Slide 28 - Quizvraag

Het overbrengen van stuifmeelkorrels op de stamper is
A
bestuiving
B
bevruchting

Slide 29 - Quizvraag

bestuiving
insecten
wind
veel stuifmeelkorrels
felgekleurd
kleine stempel
meedraden in de bloem
stempel vervorming
kleine bloemen
meeldraden buiten de bloem

Slide 30 - Sleepvraag

Bevruchting
=
A
samensmelten van eicel en stuifmeelkorrelkern
B
overbrengen van stuifmeelkorrel naar stempel
C
samensmelten van zaadbeginsel en stuifmeelkorrel
D
verspreiding van zaadjes

Slide 31 - Quizvraag

vruchtbeginsel
zaadbeginsel
eicel
vrucht
pitje
kiem
zaadlobben
stuifmeelkorrel
appel

Slide 32 - Sleepvraag

Zaadverspreiding gebeurt NIET
A
door de wind
B
via de vacht van dieren
C
wanneer hommels nectar komen halen
D
doordat vruchten openspringen

Slide 33 - Quizvraag