Instructie 9.5 en 9.6

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Waar haalt een kiem zijn voedingsstoffen?
A
uit de grond
B
die maakt hij door fotosynthese
C
uit de zaadlobben
D
uit de bladeren

Slide 31 - Quizvraag

Ontkieming is NIET afhankelijk van
A
temperatuur
B
hoeveelheid water
C
hoeveelheid zuurstof
D
hoeveelheid zonlicht

Slide 32 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij groei?
A
mitose
B
plasmagroei
C
celstrekking
D
meiose

Slide 33 - Quizvraag

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerderjarige
D
cactus

Slide 34 - Quizvraag

Wat zie je hier?
Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Een lelijke bloem
D
Dit is geen bloem

Slide 35 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een insectenbloem?
A
Meestal grote , gekleurde bloemen
B
Geuren niet (hebben geen lekkere geur)
C
Hebben meestal nectar
D
Meeldraden maken weinig stuifmeel

Slide 36 - Quizvraag

Het overbrengen van stuifmeelkorrels op de stamper is
A
bestuiving
B
bevruchting

Slide 37 - Quizvraag

bestuiving
insecten
wind
veel stuifmeelkorrels
felgekleurd
kleine stempel
meedraden in de bloem
stempel vervorming
kleine bloemen
meeldraden buiten de bloem

Slide 38 - Sleepvraag

Bevruchting
=
A
samensmelten van eicel en stuifmeelkorrelkern
B
overbrengen van stuifmeelkorrel naar stempel
C
samensmelten van zaadbeginsel en stuifmeelkorrel
D
verspreiding van zaadjes

Slide 39 - Quizvraag

vruchtbeginsel
zaadbeginsel
eicel
vrucht
pitje
kiem
zaadlobben
stuifmeelkorrel
appel

Slide 40 - Sleepvraag

Zaadverspreiding gebeurt NIET
A
door de wind
B
via de vacht van dieren
C
wanneer hommels nectar komen halen
D
doordat vruchten openspringen

Slide 41 - Quizvraag