§2.3 Hoe wil je wonen?

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
- Schrift/pen
- Boek blz: 48
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
- Schrift/pen
- Boek blz: 48

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. Leerdoelen
2. Uitleg §2.3 
3. Bezig met de opdrachten
4. Leerdoelen controleren
5. Nakijken van de antwoorden


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt en daar mee rekenen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hypothecaire lening is


Slide 3 - Tekstslide

De woningmarkt: bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen.
De woningmarkt: bestaat uit de markt voor huurwoningen (sociale en vrije markt) en de markt voor koopwoningen.
Woningmarkt

Slide 4 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1. Huis kopen
  • Meestal mag je hypotheek maximaal 4,25 keer zo hoog zijn als je bruto jaarinkomen.

  • 439.000 : 4,25 = 103.294 bruto per jaar oftewel bijna 8.000 bruto per maand. Ongeveer € 5.000 netto per maand.

Slide 7 - Tekstslide

2. Sociale huur (in het Gooi)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Eisen sociale huur
Maximaal € 47.699 voor eenpersoonshuishoudens
Maximaal € 52.671 voor meerpersoonshuishoudens

47.699 komt neer op 3700 bruto per maand (2900 netto)
52.671 komt neer op 4050 bruto per maand (3100 netto)

Slide 10 - Tekstslide

3. Vrije sector
Minder lange wachttijden dan sociale huur.
Voor vrije sector woningen moet je 4x de huur verdienen. 
Voor deze woning moet je dus € 3520 verdienen. (2800 netto)

Slide 11 - Tekstslide

4b Totale jaarinkomen is € 33420,-
Hoeveel % van hun inkomen betalen ze aan huur
Huur is € 615,- per maand

Slide 12 - Open vraag

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.​
 

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.​
​Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Check opgave 6
Aiden en Samira hebben een huur van €690,-. Het inkomen van Aiden is €1.170,- per maand. Het inkomen van Samira  is €1.220 per 4 weken. Het gezamenlijke spaargeld is €52.200,-. Hebben ze recht op huur toeslag?

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking
Aiden verdient per jaar 12 × € 1.170 = € 14.040
  Samira verdient per jaar € 1.220: 4 x 52 = € 15.860 +
  Totaal € 29.900 - Mag maximaal € 30.825 zijn.
  Hun spaargeld is € 52.500. - Mag maximaal € 60.720 zijn.
  De huur is € 690 per maand. - Mag maximaal € 720,42 zijn.
  Conclusie: Alle drie zitten onder het maximale bedrag. Ze komen dus in aanmerking voor huurtoeslag.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
10 minuten zelfstandig in stilte werken.
Blz 48
Opdracht 2 t/m 5

Eerder klaar? Lees de theorie op blz 50 en 51.

Slide 17 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt en daar mee rekenen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hypothecaire lening is


Slide 19 - Tekstslide

Kosten koper
Koopprijs plus:
Bijkomende kosten als je een huis koopt:
  • overdrachtsbelasting (ongeveer 2% van de koopprijs)
  • makelaarskosten
  • kosten notaris
_________________________________________
= kosten koper(k.k.) 
= ongeveer 5% van de koopprijs

Slide 20 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 9
Hypotheek €295.000,-
Maandtermijn €1.120,-
looptijd is 30 jaar
Bereken hoeveel ze in 30 jaar meer betalen dan de lening

Slide 22 - Open vraag

Gemeentelijke belastingen










  • Onroerende zaak belasting voor huisbezitters
  • Afvalheffing
  • Rioolheffing

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Blz 50
Opdracht 7 t/m 10
Zelfstandig in stilte werken.

Eerder klaren? Maken samenvatting blz. 56

Slide 24 - Tekstslide

2.4
Consumenten veroorzaken milieuschade
Negatieve gevolgen van ons gedrag voor het milieu:

- vervuiling van lucht, water, bodem
- verbruik van grondstoffen als olie en hout
- verbruik van fossiele brandstoffen als aardgas.


Slide 25 - Tekstslide

Maatschappelijke kosten
Alle nadelen die we als samenleving hebben door milieuschade.
Is moeilijk uit te drukken in geld.

Denk aan: 
Geluidsoverlast (mensen die in buurt Schiphol wonen)
Uitlaatgassen van auto's zijn slecht voor onze gezondheid.

Slide 26 - Tekstslide

Duurzame energie
De overheid stimuleert het gebruik van duurzame energie.

1. Subsidie voor aanschaf zonneboiler of warmtepomp.
2. Energielening met lage rente voor energiebesparende aanpassingen in je huis.
3. Btw die je betaalt voor zonnepanelen kun je terugkrijgen.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
10 a 15 minuten in stilte.
Maken samenvatting blz 56

Eerder klaar? 
Kijk naar examentraining blz 64. Opdracht 1 - 3

Slide 28 - Tekstslide