§2.3 Hoe wil je wonen?

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
- Schrift/pen
- Boek blz: 48
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
- Schrift/pen
- Boek blz: 48

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Leerdoelen
2. Uitleg §2.3 (schrijf aantekeningen mee)
3. Bezig met de opdrachten
4. Leerdoelen controleren


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt en daar mee rekenen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hypothecaire lening is


Slide 5 - Tekstslide

De woningmarkt: bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen.
De woningmarkt: bestaat uit de markt voor huurwoningen (sociale en vrije markt) en de markt voor koopwoningen.
Woningmarkt

Slide 6 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 7 - Tekstslide

Huren van een woning
Tekst

Slide 8 - Tekstslide

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.​
 

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.​
​Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak opgave 6 voor jezelf
Klaar? maak de opgaven 1, 2, 4 & 5

Slide 11 - Tekstslide

Keuze
Samen opgave 4 maken

of 

Verder met je opgave in stilte

Slide 12 - Tekstslide

Check
Jerome en Sandya hebben een huur van €600. Het inkomen van Jerome is €1.500 per maand. Het inkomen van Sandya is €1.200 per 4 weken. Het gezamenlijke vermogen is €10.000. Hebben ze recht op huur toeslag?
Staan = Jaa want de huur, het inkomen en het vermogen valt binnen de grenzen
Zitten =  Nee, want het inkomen is te hoog
Hand omhoog = Nee, want het vermogen is te laag

Slide 13 - Tekstslide

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
-Schrift/pen
-Boek blz: 50

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt en daar mee rekenen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hypothecaire lening is


Slide 15 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 16 - Tekstslide





wat valt je op?

Kopen van een huis opdracht (5 minuten)
- Zoek een huis op in Aruba via arubalistings.com

-Zoek een huis op in Nederland met funda

Slide 17 - Tekstslide

Kosten koper
Bijkomende kosten als je een huis koopt:

  • overdrachtsbelasting (ongeveer 2% van de koopprijs)
  • makelaarskosten
  • kosten notaris
_________________________________________
= kosten koper(k.k.) 
= ongeveer 5% van de koopprijs

Slide 18 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening

Slide 19 - Tekstslide

Gemeentelijke belastingen










  • WOZ-waarde
  • Onroerende zaak belasting

Slide 20 - Tekstslide

Keuze

In stilte de opgaven 7, 8, 9, 10

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt en daar mee rekenen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hypothecaire lening is


Slide 22 - Tekstslide

Bezig met opdrachten
Doen: maken opgaven §2.3 blz 48

Vragen? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Lukt het niet? Steek dan je vinger omhoog 

Klaar? verder met rekenen op blz 62

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag behaald?
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de woningmarkt is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag

Aan het einde van de les kan ik kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

§2.3 Hoe wil je wonen?
Wat heb je nodig?
-Schrift/pen
-Boek blz: 50

Slide 27 - Tekstslide

Vandaag
  • Leerdoelen
  • herhaling §2.3  huren
  • §2.3 Aankoopprijs
  • §2.3 Hypothecaire lening
  • Leerdoelen check

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Check: Huren van een woning
ekst
Wanneer heb je recht op huurtoeslag?

Slide 30 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 31 - Tekstslide

Kosten koper (aantekening)
Bijkomende kosten als je een huis koopt:
  • Aankoopprijs 
  • overdrachtsbelasting ( 2% van de koopprijs) +
  • kosten notaris +
_________________________________________
=  de totale aankoopkosten 

Slide 32 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening
(Aantekening)

Slide 33 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening
$100.000 
$300 30 jaar

Slide 34 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening
$100.000 
2% 30 jaar

Slide 35 - Tekstslide

Maak opgave 8, 9 & 10 (blz 50) 
Klaar? maak R 14 (blz 63)  

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Staan =
Hypothecaire lening is een lening met onderpand (bijvoorbeeld huis)
Hand omhoog =
Hypothecaire lening kan je ook gebruiken voor je auto
Check: welke is onjuist
Zitten =
maandtermijn = aflossin + rente

Slide 39 - Tekstslide

Samen opgave 8 op blz 50
Klaar? maak R14 en daarna R13/ R15 (blz 63) af

Slide 40 - Tekstslide

Energizer !

Slide 41 - Tekstslide

Huren van een woning
Tekst
Je hebt een maandelijkse huur van €700 en een inkomen van €1500 per maand.
Wat is het percentage dat je aan huur betaald?

Slide 42 - Tekstslide