In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Ga naar de online methode. Maak de opdrachten
Lees de opdrachten eerst heel goed en maak ze in je schrift.
eventueel opgeven als huiswerk.
We noemen alle werwoorden samen het werkwoordelijk gezegde.
Zelfstandige naamwoorden.......... woorden voor mensen, dieren, planten, dingen die je kunt zien en dingen die je niet kunt zien......
Probeer of je in eigen woorden kunt vertellen wat je gelezen hebt.