Veiligheid & Toepassingen (goed)

Vragen 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vragen 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Oplossing

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen botten vooral met röntgenstraling?
A
Doorlaten
B
Absorberen
C
Terugkaatsen

Slide 4 - Quizvraag

Zwak ioniserende straling is
A
Ultra violette straling
B
Infra rode straling
C
Röntgenstraling
D
Radioactieve straling

Slide 5 - Quizvraag

Welke kernen vallen spontaan uit elkaar?
A
Stabiele kernen
B
Instabiele kernen

Slide 6 - Quizvraag

Als de halfwaardetijd verstreken is, is de hoeveelheid straling verdubbeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke soort straling bestaat niet?
A
alfastraling
B
bètastraling
C
gammastraling
D
deltastraling

Slide 8 - Quizvraag

Je leert ...
  • uitleggen welke bescherming een loodschort geeft tegen ioniserende straling;
  • herkennen en benoemen hoe je veilig werkt met ioniserende straling;
  • het verschil aangeven tussen bestraling en besmetting;
  • manieren noemen om radioactief afval veilig op te bergen;
  • benoemen welke straling een CT-scan, PET-scan en MRI-scan gebruikt;
  • uitleggen hoe radioactieve tracers werken;
  • uitleggen wat het verschil is tussen uitwendige en inwendige bestraling;
  • medische- en niet medische toepassing van straling noemen.

Slide 9 - Tekstslide

Discussievraag
Waarom kan deze laborant ondanks het gevaar toch zijn werk doen?

Slide 10 - Tekstslide

Werken met ioniserende straling
In veel beroepen wordt gewerkt met stoffen die ioniserende straling uitzenden.

Slide 11 - Tekstslide

Gevaren van straling
Hoge dosis:                          Onmiddellijk overlijden

Iets minder hoge dosis:   Na enkele dagen of weken word je                                                                        ernstig ziek 

Lage dosis:                            Verhoogde kans op kanker

Slide 12 - Tekstslide

Beschermen tegen straling
De cellen van je lichaam moeten beschermd worden tegen straling. 

Voor UV straling kun je simpelweg een zonnebrand gebruiken, maar sterkere straling heeft een betere bescherming nodig. 

Röntgenstraling wordt tegengehouden door lood bijvoorbeeld. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorzorgsmaatregelen
Tijd :                    zo kort mogelijk
Afstand:             zo ver mogelijk tot de stralingsbron.
Afscherming:   een schild van lood geeft goede bescherming.
Insluiting:          verpak stralingsbronnen verpakt in gesloten                                                                                systemen die de straling binnenhouden.

ALARA is een afkorting voor ‘As Low As Reasonably Achievable’

De activiteit van een radioactieve bron hangt af van:

  • de hoeveelheid radioactieve stof;

  • de halfwaardetijd.

Slide 14 - Tekstslide

Bestraling van buitenaf
Bestraling
  • alfastraling wordt door de huid geabsorbeerd
  • bètastraling gaat enkele mm de huid in
  • gammastraling bereikt de diepliggende organen

Slide 15 - Tekstslide

Besmetting  / inwendige straling
  • Inademen van radioactieve stoffen
  • Drinken van radioactief besmet water
  • Eten van radioactief besmet voedsel

Bij inwendige bestraling zijn alle drie de soorten straling heel gevaarlijk.

Slide 16 - Tekstslide

Scanapparaten
  • CT-Scan - röntgen straling
  • MRI-Scan - Magnetische resonantie van water
  • PET-Scan - ziet een radio actieve tracer

Slide 17 - Tekstslide

Welke afbeelding hoort bij welke Scan?
CT-scan
MRI-scan
PET-scan

Slide 18 - Sleepvraag

CT-scan
  • CT-Scan - röntgen straling

Slide 19 - Tekstslide

PET-scan
PET-Scan - ziet een radio actieve tracer

Slide 20 - Tekstslide

Tracers
Radioactief jodium wordt gebruikt om 
organen en tumoren zichtbaar te maken.

Slide 21 - Tekstslide

MRI-scan
MRI-Scan - Magnetische resonantie van water

Slide 22 - Tekstslide

Bestraling
Uitwendige bestraling:


Inwendige bestraling:

Slide 23 - Tekstslide

Medische en niet-medische toepassingen van straling
  • Ontsmetten van voedsel (tegen schimmel, insecten en bacteriën)
  • Steriliseren (mondkapjes)
  • Meten van diktes, controleren van lassen
  • Bestuderen van schilderijen

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 25 - Tekstslide

Met welk materiaal kan je jezelf beschermen tegen gammastraling?

Slide 26 - Open vraag

Met dit ben je MINDER goed beschermd tegen straling
A
Meer afstand
B
Minder Tijd
C
Meer tijd
D
Meer afschermmateriaal

Slide 27 - Quizvraag

Schadelijkste straling

Schadelijkste besmetting

Alfa

Bèta
Gamma

Slide 28 - Sleepvraag

Na inwendige bestraling van een tumor ben je ...
A
bestraald
B
besmet
C
bestraald en besmet
D
geen van beide

Slide 29 - Quizvraag

Alfastraling is voor inwendige bestraling en gammastraling is voor uitwendige bestraling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een tracer?
A
Een morfinemedicatie
B
Een slaapmedicatie
C
Een radioactieve merkstof

Slide 31 - Quizvraag

Bij medisch onderzoek wordt soms een tracer gebruikt.

Een goede tracer:

A
zendt alfastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
B
zendt gammastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
C
zendt alfastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.
D
zendt gammastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.

Slide 32 - Quizvraag

Welke soort(en) straling zendt Cu-64 uit?
A
alfa-straling
B
beta-straling
C
beta- en gamma-straling
D
alfa- en beta-straling

Slide 33 - Quizvraag

Welke soort(en) straling zendt plutonium-241 uit?
A
alfa-straling
B
beta-straling
C
gamma-straling
D
geen

Slide 34 - Quizvraag


Gamma
straling

Alfa
straling
Bèta
straling
Groot doordringend vermogen
Klein doordringend vermogen
Bijna geen doordringend vermogen
 α,
β
γ

Slide 35 - Sleepvraag

Een patiënt wordt niet radioactief bij
A
gebruik van een tracer
B
bestraling van buitenaf
C
bestraling van binnenuit

Slide 36 - Quizvraag

Je kunt...
  • uitleggen welke bescherming een loodschort geeft tegen ioniserende straling;
  • herkennen en benoemen hoe je veilig werkt met ioniserende straling;
  • het verschil aangeven tussen bestraling en besmetting;
  • manieren noemen om radioactief afval veilig op te bergen;
  • benoemen welke straling een CT-scan, PET-scan en MRI-scan gebruikt;
  • uitleggen hoe radioactieve tracers werken;
  • uitleggen wat het verschil is tussen uitwendige en inwendige bestraling;
  • medische- en niet medische toepassing van straling noemen.




Slide 37 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll