sterke en zwakke werkwoorden in t.t.

schwaches 
starkes 
oder 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

schwaches 
starkes 
oder 

Slide 1 - Tekstslide

Ein schwaches Verb

Slide 2 - Tekstslide

Du .................. Einkäufe (machen)

Slide 3 - Open vraag

Frau Meier, ................. Sie noch einmal bitte (fragen)

Slide 4 - Open vraag

Ihr ................... sehr tief (atmen)

Slide 5 - Open vraag

Warum ................ Pieter das Brot? (scheiden)

Slide 6 - Open vraag

Er ............... sich hundsmiserabel. (fühlen)

Slide 7 - Open vraag

Agnes .................. sich auf eure Postings! (freuen)

Slide 8 - Open vraag

Herr Meier, ................. Sie sich bitte. (beruhigen)

Slide 9 - Open vraag

Ein starkes Verb

Slide 10 - Tekstslide

Zuerst die allgemeine Fragen

Slide 11 - Tekstslide

Bij sterke werkwoorden met een lange e in de stam verandert deze 'e' in een ......
A
ä
B
i
C
ie

Slide 12 - Quizvraag

Bij sterke werkwoorden met een korte e in de stam verandert deze korte 'e' in een ......
A
ie
B
i
C
ei

Slide 13 - Quizvraag

Bij sterke werkwoorden met een 'a' in de stam verandert deze a in een ......
A
ä
B
ö
C
ei

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke personen verandert de e in een i of ie?
A
ich du er sie es
B
wir ihr sie
C
du er ihr
D
du er sie es

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk werkwoord met een 'o' in de stam, verandert bij 'du/ er/ sie/ es' de 'o' in een 'ö' ?
A
drohen
B
vorhersagen
C
wollen
D
stoßen

Slide 16 - Quizvraag

Die Übungen

Slide 17 - Tekstslide

Er ..................... die Tasche mit (nehmen)

Slide 18 - Open vraag

Was ................. du davon? (halten)

Slide 19 - Open vraag

Der Apfel ......... nicht weit vom Stamm
(fallen)

Slide 20 - Open vraag

Wer .................. zuerst? (sterben)

Slide 21 - Open vraag

Warum ............... du den anderen Weg? (gehen)

Slide 22 - Open vraag

Mein Ex ............ mich nicht in Ruhe.(lassen)

Slide 23 - Open vraag

Du ........ den Ball viel zu hart! (treten)

Slide 24 - Open vraag

Eine Kuh .............. jeden Tag etwa 50 Kilo Gras. (fressen)

Slide 25 - Open vraag

Starkes oder schwaches Verb?

Slide 26 - Tekstslide

Der Arzt ..............Meike eine Spritze.
A
gebt
B
gibst
C
gibt

Slide 27 - Quizvraag

Er ................ immer das gleiche.
A
frägt
B
fragt

Slide 28 - Quizvraag

Er ................... sich jedes Jahr durchschnittlich fast 50 Kilometer nach Norden.
A
bewegt
B
bewigt
C
bewiegt

Slide 29 - Quizvraag

Merel ...................ihrer Mutter beim Kochen.
A
helfst
B
hilfst
C
helft
D
hilft

Slide 30 - Quizvraag

Ihr ............... das Seil gut fest.
A
hält
B
haltet
C
halt
D
hältet

Slide 31 - Quizvraag

Du ..................immer so leise.
A
sprichst
B
spricht
C
sprecht
D
sprechst

Slide 32 - Quizvraag

Der Mechaniker ................. dass er viel zu vier Arbeit hat.
A
saget
B
sägt
C
sagst
D
sagt

Slide 33 - Quizvraag

Wo ....................ihr euch?
A
treffen
B
trifft
C
trefft

Slide 34 - Quizvraag

Erich ................noch ein Stück Kuchen.
A
nehmst
B
nihmt
C
nimmt
D
nimt

Slide 35 - Quizvraag

Mario .................zwei Tore.
A
schisst
B
schießt
C
schießen

Slide 36 - Quizvraag

..................du mir mal das Brot, bitte?
A
gibst
B
gebst
C
giebst

Slide 37 - Quizvraag

Auf welcher Seite .................das?
A
stieht
B
stiht
C
stehen
D
steht

Slide 38 - Quizvraag

Ihr ................hier das neueste Modell von Tesla.
A
sieht
B
sehen
C
seht

Slide 39 - Quizvraag

Er .........heute keine Milch in den Kaffee.
A
trinket
B
trenkt
C
trinkt

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide