Les 2 Ontwikkelingspsychologie

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1,2

Ontwikkelingspsychologie- Les 2

Noy Singer

Deze les

Reminder vorige week

Hoofdstuk 4 blz. 52-60 Baby's en peuters

Ontwikkelingsfactoren

Video's 

Reflexen

Spel soorten

Baby's, peuters

Lesdoelen

Je weet aan het einde van deze les wat ontwikkelingspsychologie betekent.

Je weet aan het einde van deze les welke soorten psychologie je mee te maken krijgt in je werk als MZ'er

Je weet aan het eind van deze les wat over grenzen en veiligheid bij kinderen

Je weet aan het eind van deze les meer over baby's en peuters

Theorie

Welke theorie hoort bij deze lesperiode? 

THEMA 2 Oriëntatie op de mens en zijn ontwikkeling

In Traject Welzijn account 

ThiemeMeulenhoff KD 2016 

theorie: Methodiek MZ 

niveau 3/4

Zelf inloggen

Wat weet je nog van vorige week?

1. Wat zijn ontwikkelingsfasen?

2. Ontwikkelingsaspecten?

3 Factoren die de ontwikkeling bepalen

 

1. Interne factoren= aangeboren, erfelijk

2. Externe factoren= milieu, micro meso, macro

3. Zelfbepaling= eigen keuzes maken, vrije wil

Persoon

Zelfbepaling 

vrije wil

Nature (aanleg, erfelijkheid)

Nurture (omgeving, milieu)

Micro Meso exo, macro

micro, meso macro systeem

Oriënterende vraag 

Heeft jouw kindertijd invloed gehad op wie je nu bent? Hoe? 

Wat kan je vertellen over de veiligheid, bewegingsvrijheid en grenzen voor kinderen? Waarom zijn die nodig?

+ elke dag beweging en gezond eten

Hoe heet de ontwikkeling vóór de geboorte?

1. Post-nataal
2. Pre-nataal
3. pares-nataal
4. birth-natal

Zintuigelijk georiënteerd

Zuigreflex en grijpreflex

Ontwikkeling grove motoriek. +- 15 maanden lopen

Hand/oog coördinatie

Brabbelen, eerste woordjes +- 10 maanden

Emotioneel contact maken, huilen en lachen

Vertrouwd voelen, veiligheid ervaren, hechting

Eenkennigheid 

Wat weet je van Baby's?  

0-18 maanden

• Sterke spieren, motorisch meer mogelijk (springen, klimmen), maar ook de fijne motoriek wordt steeds belangrijker, denk aan pengreep.
• 2- en 3 woord zinnen en bij 3 jaar goed praten
• Exploratiedrang vanuit een basis veiligheid.
• Spel is parallel en concreet (wat ik zie is wat er bestaat)
• Naarmate een peuter ouder wordt, meer fantasiespel, (magisch en animistisch denken)
• Egocentrisme (ik gevoel- sta los van anderen)
• Koppigheid (zelf doen en ontdekken) 
• Structuur en veiligheid nodig

 

Wat weet je van peuters?

18 maanden- 4 jaar

Wie heeft de licentie?

Kan jij in Thieme Meulenhoff? 

Steek een Handje op in Teams, je krijgt een zoek opdracht

 zoek op in de theorie;

1. Wat kan je vertellen over de eenkennigheidsfase?

2 Wat kan je vertellen over de koppigheidsfase?

3. Wat kan je vertellen over hechting?

4. Wat wordt er bedoeld met temperament?

Check vanaf blz. 52(digitaal boek) 57 (fysiek boek)  en vertel over 5 minuten wat je erover hebt gevonden aan de rest van de studenten

Soorten spel

Welke verschillende soorten spel-fasen doorloopt een kind? 

Groep 2; Check vanaf Blz. 58 in je boek en vertel over 5 minuten

!Toetsing!

kennistoets

online 1 uur beschikbaar

Er is 1 kans. Mis het niet.

 Toets 1D & 1C: maandag 04-11-24 

Toets 1A & 1B: dinsdag 05-11-24

Géén herkansing mogelijk

Schrijf dit op in je agenda!

Huiswerk voor volgende week:

Lezen 

Kleuter en schoolkind

&

Lezen hoofdstuk puber en adolescent

Vragen? Feedback

https://forms.office.com/r/ZBrKja9Jni

Goed gewerkt!

Tot volgende week! 

Wat heb je onthouden van deze les?