Period 6 - Lesson 6 Woordvolgorde

Period 6 - Lesson 6
Woordvolgorde
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Period 6 - Lesson 6
Woordvolgorde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordvolgorde
1. Vraagzinnen 

2. WH-questions

3. Plaats- en tijdsaanduiding 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maken we over het algemeen een vraagzin in het Engels?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Vraagzinnen
Do / Did vooraan in de zin zetten
(niet met 'to be' !)

 You know the answer -> Do you know the answer?
She did that -> Did she do that?
He learns how to ride a bike -> Does he learn how to ride a bike?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Vraagzinnen
Onderwerp en persoonsvorm omdraaien
('to be' + meerdere ww)

I am hungry -> Am I hungry?
You were there -> Were you there?
She is coming home -> Is she coming home?
We have made a cake -> Have we made a cake? 

 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin met:
(We / to make / dinner)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin met:
(He / 'to be' going to / to make / dinner)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Vraagzinnen
     Am I hungry?                                     Were you there?
        Is she coming home?                        Have we made a cake? 

Wat hebben de bovenstaande zinnen gemeen?
Welke antwoorden kunnen we hierop geven?

Slide 8 - Tekstslide

Ja/Nee vragen -> Gesloten
Open vragen -> WH questions
Als ik wil weten waar iemand is geweest, hoe kan ik dit dan vragen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. WH-Questions
Where were you yesterday?
Who was texting him?
How did you do that?
Why are you on your phone?
What have you done today?
Which K3 album is your favourite?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevestigend 
You are on your phone

Gesloten vraag
Are you on your phone?

Open vraag
Why are you on your phone?


Bevestigend
He has a pen

Gesloten vraag
Does he have a pen?

Open vraag
Why does he have a pen?!


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is correct?
A
Where lives your brother?
B
Where do you brother lives?
C
Where does your brother live?
D
Where does live your brother?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is correct?
A
Are they made of stone?
B
Why they are made of stone?
C
Did they were made of stone?
D
Do they be made of stone?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een goede vraagzin met:
(he, to go, where)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een goede vraagzin met:
(we, to be, to go, home)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Can you name 'places'
you put in a sentence?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

'Plaats' in de zin
On the street           Behind the curtains          In school

On the table            On top of the Christmas tree

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Plaats' in de zin

Vooraan

At small airports security is less strict

Below the bridge is a river
'Plaats' in de zin

Achteraan

We will meet at your house


They sell this stuff everywhere!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Can you name 'time'
you put in a sentence

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

'Tijd' in de zin
After the football match       Before breakfast
At dinner                                   On December 13th
At 8:30                                        Last week/month/year

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Tijd' in de zin

Vooraan

Yesterday I sent him an email


Tomorrow is Tuesday
'Tijd' in de zin

Achteraan

The part is at eight o' clock


I quit my job three years ago

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde
Plaats -> Tijd

I will meet you at the airport at 10 o' clock

We had a football match in Doetinchem last weekend

I have been studying at Graafschap College since 2020

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in de juiste volgorde
(made, yesterday, at home, I, a cake)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in de juiste volgorde
(will, at, 8 o' clock, leave, the party, He)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in de juiste volgorde
(she, did, turkey, Thanksgiving, for, last, make, night)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies