2.4 zintuigen

Zintuigen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Even oefenen, herhalen
Het oor
Het oog

Slide 2 - Tekstslide

Even oefenen
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Trilhaarcel
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel

Slide 3 - Sleepvraag

Welk van deze
zenuwcellen is
een gevoelszenuwcel?
A
helemaal links
B
helemaal rechts
C
in het midden

Slide 4 - Quizvraag

Welke soorten zenuwcellen zijn er?
A
Gevoelszenuwcellen, bewegingszenuwcellen en schakelcellen
B
Schakelcellen, hersencellen en bewegingszenuwcellen
C
Gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 5 - Quizvraag

Het oor
Vangt trillingen op en geeft het door.

Evenwichtsorgaan 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel: benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
Wat is de route die een geluidsprikkel door het oor aflegt? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Gehoorschelp -->
-->
-->
-->
-->
-->
Aambeeld
Hamer
Gehoorgang
Trommelvlies
Stijgbeugel
Slakkenhuis

Slide 7 - Sleepvraag

Het oog

Slide 8 - Woordweb

functie wenkbrauw + wimpers = bescherming 
pupil = gat waar licht door komt

Slide 9 - Tekstslide

Weet je nog?
Het oog:

Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 10 - Tekstslide

klein onderzoekje
Gebruik de camera van je mobiel om te onderzoeken hoe het oog de hoeveelheid licht reguleert dat in het oog komt.

Slide 11 - Tekstslide

Het hoornvlies: doorzichtig vlies aan de voorkant van de iris en de pupil.
De lens: onderdeel van het oog dat zich achter de iris en de pupil bevindt en dat ervoor zorgt dat je scherp kunt zien.
De iris: het gekleurde gedeelte van het oog.
De pupil: opening in de iris.
Oogspier: hiermee kan je het oog bewegen.
Glasachtig lichaam: de geleiachtige massa in het oog.
Harde oogvlies: het witte gedeelte van je oog.
Vaatvlies: vlies met veel bloedvaten, dat zorgt voor voeding van een groot deel van het oog.
Netvlies: het vlies waar de zintuigcellen in liggen.
Gele vlek: plaats in het centrum van het netvlies, waarmee je het scherpst met je zintuigcellen kunt zien.
Blinde vlek: plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat en waar geen zintuigcellen liggen.
Oogzenuw: onderdeel van het oog dat impulsen naar de hersenen geleidt.

Slide 12 - Tekstslide

Accomoderen
boller en platter worden van de lens 

dichtbij=bolle lens 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link


Welk onderdeel van het oog regelt de hoeveelheid licht in het oog? 
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 15 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 16 - Quizvraag

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
het hoornvlies.
B
het netvlies
C
het vaatvlies
D
harde oogvlies

Slide 17 - Quizvraag

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas

Slide 18 - Quizvraag

Maak de vragen van 2.4

Slide 19 - Tekstslide