2.1 Naar een ander soort leven

2.1 Naar een ander soort leven
(deel 2)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Naar een ander soort leven
(deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
- Huiswerkvragen bespreken
- Herhaling 2.1 (deel 1)
- Bespreken 2.1 (deel 2)
- Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opdracht:
1, 2, 4, 6

Nog andere vragen die besproken moeten worden?

Slide 3 - Tekstslide

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
A
Nederland en Duitsland
B
Nederland en België
C
Nederland, België en Luxemburg
D
Nederland, Duitsland en België

Slide 4 - Quizvraag

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Koning Willem I
B
Koning Willem II
C
Willem van Oranje
D
Koning Leopold

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land met een koning
B
Een land met een grondwet
C
Een land met een koning en een grondwet
D
Een land met een gekozen president

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke twee delen bestaat ons parlement?

Slide 7 - Open vraag

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...

Slide 8 - Open vraag

Mensen die wilden dat alles hetzelfde bleef en er niets veranderde, noemen we ...

Slide 9 - Open vraag

Wie bedacht de nieuwe grondwet van 1848 ?
A
Koning Willem I
B
Minister Thorbecke
C
Minister Rutte
D
Koning Willem II

Slide 10 - Quizvraag

Wonen en werken in de industriële samenleving
De meeste mensen woonden in steden en werkten in fabrieken
- Slechte werkomstandigheden: lange werkdagen, geen frisse lucht, alleen op zondag vrij en kregen niet betaald als ze ziek of gewond waren, weinig loon, kinderarbeid (geen school)
- Slechte woonomstandigheden: kleine huizen, het was er donker, geen stromend water en riolering --> veel ziektes  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Veranderingen in de samenleving
Door de industrialisatie was er veel geld, maar dit werd oneerlijk verdeeld

Er werden vakbonden (organisatie van werknemers die opkomt voor de belangen van werknemers) opgericht door arbeiders/werknemers

Rond 1860 kwamen er wetten die er voor zorgden dat er betere omstandigheden kwamen voor de arbeiders --> verbieden van ongezonde woningen en doorbetalen bij ziekte

Slide 13 - Tekstslide

Kinderwetje van van Houten
Door het ‘Kinderwetje’ van 1874 mochten kinderen onder de twaalf jaar niet meer werken in fabrieken. In 1900 werd alle kinderarbeid onder de twaalf jaar verboden door de Leerplichtwet.

Slide 14 - Tekstslide

Wat was de belangrijkste reden voor de oprichting van vakbonden in Nederland?
A
Winst maximaliseren
B
Belastingverlaging afdwingen
C
Arbeidsrechten beschermen
D
Arbeidsproductiviteit verhogen

Slide 15 - Quizvraag

Wat was een belangrijk doel van de sociale kwestie?
A
Het bevorderen van de vrijemarkt economie
B
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden
C
Het uitbreiden van het koninkrijk
D
Het versterken van de monarchie

Slide 16 - Quizvraag

Maken opdracht:
8 t/m 11

Slide 17 - Tekstslide