VCA 2024 (9)

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Voor het ontstaan van brand heb je 3 factoren nodig.
Welke 3 zijn dat?

Slide 24 - Open vraag

De laagste temperatuur dat een stof zonder ontstekingsbron in brand vliegt heet:
A
Zelfverbrandbaar
B
Ontstekingsbronbrand
C
Zelfontbrandings- temperatuur
D
Temperatuurontbranding

Slide 25 - Quizvraag

Een vlampunt geldt alleen voor:
A
Vaste stoffen
B
Chemische stoffen
C
Vloeistoffen

Slide 26 - Quizvraag

Welke brandklasse klopt NIET?
A
Brandklasse A: Niet geclassificeerde brand
B
Brandklasse B: Vloeistofbrand
C
Brandklasse C: Gasbrand
D
Brandklasse D: Metaalbrand

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen nadeel van blussen met water?
A
Geleid elektriciteit
B
Verdrijft zuurstof
C
Kan milieuverontreiniging veroorzaken
D
Kans op bevriezing

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer mag je niet met water blussen?
A
Als de groene Otto in brand staat
B
Wanner de papiercontainer in brand staat
C
Bij een bermbrand
D
Als de frituurpan in brand staat

Slide 29 - Quizvraag

Een minimale explosiegrens wordt aangegeven met de afkorting:
A
LOL
B
LEL
C
ELU
D
BEG

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een nadeel om een brand te blussen met een blusdeken?
A
De kleuren van de deken vervagen dan
B
Het materiaal kan vervloeien
C
Je staat dicht bij de brandhaard
D
Past niet altijd bij de lengte van een persoon

Slide 31 - Quizvraag

Wat is niet waar over de LEL en UEL?
A
Geven de temperatuur aan
B
Daar tussenin ligt het explosiegebied
C
Eén is de laagste explosiegrens
D
Eén is de hoogste explosiegrens

Slide 32 - Quizvraag

Waar moet je aan denken als je een explosiegebied betreedt:
A
De juiste voorzorgsmaatregelen
B
De juiste PBM's
C
De juiste opslag en controle lekkages
D
Instructies krijgen voordat je de ruimte betreedt

Slide 33 - Quizvraag