examen 2016-1, tekst 4 + inleiding schrijven
1 / 37
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat vind je goed aan deze inleiding?
Slide 2 - Open vraag
Wat moet er beter?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat vind je goed aan deze inleiding?
Slide 5 - Open vraag
Wat moet er beter?
Slide 6 - Open vraag
Ik snoep tijdens deze lockdown meer dan anders.
Vaak
Soms
(Bijna) Nooit
Slide 7 - Poll
Als iemand een bakje met snacks voor mee neerzet (bijvoorbeeld tijdens een feestje), ga ik toch eten, ook al heb ik geen trek.
Ja
Nee
Een beetje
Slide 8 - Poll
Als ik langs een automaat met snoep loop, krijg ik spontaan trek
Ja
Nee
Een beetje
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
34) Wat is het gemeenschappelijke doel van deze initiatieven, gelet op de tekst?
Slide 12 - Open vraag
35) Wat is de functie van het noemen van het tomatensoepexperiment binnen de tekst?
Het experiment wordt genoemd om te laten zien dat mensen . . .
Het experiment wordt genoemd om te laten zien dat mensen . . .
A
...meestal niet hongerig of vol zijn.
B
...niet zelf bepalen wat ze consumeren.
C
...73 procent meer eten dan ze denken.
D
...zelf bepalen hoeveel ze eten en drinken.
Slide 13 - Quizvraag
36) Citeer twee andere woordspelingen uit de tekst die met eten te maken hebben.
Slide 14 - Open vraag
37) Welke rol heeft een voedselpoortwachter bij bedrijven?
De voedselpoortwachter . . .
De voedselpoortwachter . . .
A
... bepaalt hoeveel en wanneer het personeel eet.
B
... is verantwoordelijk voor de opbrengst van de kantine.
C
...selecteert het aanbod van het personeel.
D
... waarschuwt de directie op tijd voor overdaad.
Slide 15 - Quizvraag
38) Welke uitspraak over het zelfinzicht van de consument is blijkens de tekst 'Ik eet wat ik wil' inhoudelijk juist?
A
Consumenten kampen met volstrekt verkeerde ideeën over de intenties van beleidsmakers.
B
De gemiddelde consument beseft heel goed waar de grenzen van goed en slecht liggen.
C
De meeste consumenten realiseren zich niet dat zij gemakkelijk om de tuin te leiden zijn.
D
Veel consumenten weten van zichzelf best wel hoe ongezond ze feitelijk eten en drinken.
Slide 16 - Quizvraag
41) Welke van de onderstaande zinnen drukt het beste uit wat de hoofdgedachte is van de tekst 'Ik eet wat ik wil'?
A
Beleidsmakers, zoals burgemeesters en staatssecretarissen, zouden bereid moeten zijn meer naar de burgers te luisteren, om vervolgens met de juiste maatregelen de poortwachters thuis en in bedrijven op de goede manier te stimuleren.
B
Burgers hebben de neiging hun eigen inzichten als de juiste te beschouwen en zijn daarom gekeerd tegen tegen confrontatie met inzichten van anderen, ook al zijn die op zuivere experimenten gebaseeerd en daarom moeilijk weerlegbaar.
C
Overheidsbemoeienis met de gezondheid van de burgers stuit op weerstand en is weinig effectief als die zich tot voorlichting beperkt, maar kan succesvol zijn als voor de consument het aantal keuzemogelijkheden wordt teruggebracht.
D
De neiging van de media om negatief te oordelen over de intenties van de overheid is gebaseerd op zelfoverschatting en op verkeerde analyses van de psychologische inzichten die een rol spelen bij het menselijke eetgedrag.
Slide 17 - Quizvraag
Welke maatregel / oplossing zou
(volgens de tekst) op school de gezondheid
van leerlingen kunnen verbeteren?
(volgens de tekst) op school de gezondheid
van leerlingen kunnen verbeteren?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Lever hier een foto van je inleiding in.
(printscreen->)
(printscreen->)
Slide 21 - Open vraag
Wat is nog lastig aan het schrijven van een inleiding?
