GPL 2 t 13 herhaling begrijpend lezen

Trede 13 week 1 les 1 en 2
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Trede 13 week 1 les 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Afronding trede 13
Week 3 
Tussentijdse toets begrijpend lezen (alle theorie begrijpend lezent1 t/m t13)
Week 6
Gesprek over fictie/1 gelezen literair jeugdboek (alle theorie fictie t1 t/m t13)

Slide 2 - Tekstslide

Streefdatum
van 4 januari t/m 7 februari

Slide 3 - Tekstslide

Week 1 
Les 1
Begrijpend lezen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Je herhaalt vandaag:
Leesstrategieën, tekstdoelen en tekstsoorten, indeling van een tekst, hoofd- en deelonderwerp, hoofd- en bijzaken en de kernzinnen (t1 t/m t5).



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke tekstsoort hoort bij
overtuigen?
A
Stripverhaal
B
Geboortekaartje
C
Column
D
Reclamefolder van de Lidl

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke tekstsoort hoort bij
activeren?
A
Stripverhaal
B
Geboortekaartje
C
Column
D
Reclamefolder van de Lidl

Slide 10 - Quizvraag

Welke tekstsoort hoort bij
amuseren
A
Stripverhaal
B
Geboortekaartje
C
Column
D
Reclamefolder van de Lidl

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekstsoort hoort bij informeren?
A
Stripverhaal
B
Geboortekaartje
C
Column
D
Reclamefolder van de Lidl

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Ga aan de slag met het werkpad week 1!

Slide 26 - Tekstslide

Week 1
Les 2
Begrijpend lezen

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
Je verwoordt de bedoeling van specifieke formuleringen.
Je herkent verschillende signaalwoorden.
Je herkent tekstverbanden, namelijk opsomming, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak/gevolg.
Je verwoordt de bedoeling van de schrijver.
Je verwoordt de bedoeling van tekstgedeeltes en beoordeelt tekstgedeeltes

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Oefenen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Oefening
Open de tekst via de link op de volgende dia.
Lees de tekst!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
A
7
B
10
C
8
D
9

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
amuseren
B
overhalen
C
informeren
D
instrueren

Slide 35 - Quizvraag

Boven alinea 5 staat geen tussenkopje.
Verzin er één.

Slide 36 - Open vraag

Wat bedoelt de schrijver in alinea 6 met 'Het zijn gevoelsdingen'?

Slide 37 - Open vraag

De laatste alinea is het slot. Wat doet de schrijver in dit slot?

Slide 38 - Open vraag