Bloeddruk, sportvoeding, epilepsie

De vitale begeleider
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De vitale begeleider

Slide 1 - Tekstslide

Er moet sprake zijn van lijdensdruk, en disfunctioneren op sociaal gebied en arbeidsmatig gebied en afhankelijkheid van een middel. Wat is hier aan de hand?
A
Autisme
B
Verslaving
C
ADHD
D
Dyslexie

Slide 2 - Quizvraag

Welke 4 macronutriënten onderscheiden we?

Slide 3 - Woordweb

De macro's 

koolhydraten
eiwitten
vetten
alcohol 

Slide 4 - Tekstslide

Welke macronutriënt zal er VOOR de wedstrijd vooral gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 5 - Quizvraag

Welke macronutriënt zal er TIJDENS de rust van de training gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 6 - Quizvraag

Welke macronutriënten zal er na de training gegeten moeten worden
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol :)

Slide 7 - Quizvraag

Waarom? 

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddruk
De bloeddruk of tensie is de vloeistofdruk in het slagadersysteem. 

De bloeddruk wordt weergegeven door middel van twee kengetallen, de systolische druk of bovendruk en de diastolische druk of onderdruk, gescheiden door een schuine streep. 

Bijvoorbeeld  120/80 mmHg.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat kun je doen om je bloeddruk gezond te houden?

Slide 11 - Woordweb

Gezonde bloeddruk
Afvallen
stoppen met roken
Meer bewegen
Minder zout 
minder alcohol 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn klachten van een lage bloeddruk?

Slide 13 - Woordweb

Lage bloeddruk

Licht in het hoofd of duizelig

Vermoeid

Slide 14 - Tekstslide

Epilepsie 
Epilepsie komt bij ongeveer 1 op de 150 a 200 mensen voor en ontstaat meestal voor het 25e levensjaar. 

Het samenspel van stimulerende en remmende prikkels is verstoord. Bij een epileptische aanval worden er veel te veel prikkels tegelijkertijd doorgegeven. 

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak 

Er bestaat geen eenduidige oorzaak voor het ontstaan van epilepsie. Epilepsie is dan ook geen ziekte, maar meer een symptoom dat kan optreden bij diverse aandoeningen, maar dat ook als verschijnsel op zich voorkomt. 

Slide 16 - Tekstslide

Sporten en epilepsie; 
Uit onderzoek onder zo’n duizend kinderen blijkt dat er nauwelijks meer blessures voorkomen bij kinderen met epilepsie in vergelijking met kinderen zonder epilepsie.
Het verdrinkingsgevaar is WEL ongeveer 3 a 4 keer zo groot. 

Ongeveer 45% van de mensen met epilepsie doet aan sport, terwijl dit rond de 65% ligt bij mensen zonder beperking. 
Vooral angst houdt deze mensen tegen, maar dit is in de meeste gevallen onnodig.

Slide 17 - Tekstslide

Het belang van bewegen
- Als iemand door zijn of haar epilepsie in sport wordt ontzegt, zorgt dit voor een gevoel van anders- zijn en isolatie. Bovendien leidt het niet deelnemen aan sportactiviteiten op jonge leefstijl eerder tot bewegingsarmoede op oudere leeftijd.
- Sportbeoefening bevordert de lichamelijke conditie en de algemene gezondheid.
- Tijdens sportbeoefening neemt de kans op aanvallen in het algemeen af.
- Sportgevoel vergroot het gevoel van eigenwaarde.

Slide 18 - Tekstslide

Tips voor sporten met epilepsie;
- Zorg voor een goede warming- up en cooling down.
- Zorg vooral voor toezicht in het kleedlokaal en bij het douchen, omdat de meeste aanvallen na afloop optreden.
- Laat mensen met epilepsie niet alleen sporten (zoals bij een bosloop).
- Neem beschermende maatregelen bij risicovolle sporten (gebruik van landingsmatten).
- Zorg voor verantwoorde begeleiding bij het zwemmen.
- Na 1 jaar aanvalsvrij te zijn, mag iemand weer autorijden, dit vindt de overheid een aanvaardbaar risico.
- Vermijd extreme vermoeidheid, hitte en stress.
- Leer mensen omgaan met hun grenzen, zodat ze zelf tijdig gas terug kunnen nemen.
- Is er medicatie? Maak afspraken dat jij hier bij kunt. 

Slide 19 - Tekstslide

Epilepsie ontstaat meestal na het 25e levensjaar?
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Bij een epileptische aanval worden er veel teveel prikkels in 1x doorgegeven
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Epilepsie is een ziekte
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Mensen met epilepsie kunnen beter niet sporten
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Noem 2 tips voor sport en mensen met epilepsie

Slide 24 - Woordweb