Duurzaamheid - Noordpool

Benodigheden
Werkboek
Schrijfgerei (potlood of pen)
iPad

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Benodigheden
Werkboek
Schrijfgerei (potlood of pen)
iPad

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

  • Onderzoek laten mislukken
  • Gekeken naar verschillende weerstations
  • Opwarming van Nederland
Deze les:

  • Conclusie - Waar warmt Nederland het snelst op?
  • Hoe warmt de aarde verder op? (NOSOP3)
  • Gevolgen voor de poolgebieden

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Je kan wisselen van dimensies
Je kan voorspellen wat er gebeurt als er niets aan klimaatverandering wordt gedaan
Je past klimaatverandering op een ander gebied van NL toe

Slide 3 - Tekstslide

Noteer drie belangrijke verandering in het klimaat in Nederland?
(vraag 4a - paragraaf 2)

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent klimaatverandering voor het leven in steden?
(vraag 5b)

Slide 5 - Open vraag

De winters worden zachter en de zomers warmer. Sinds 1950 is de zomertemperatuur al met 1.6 graden gestegen
Welk woord is fout? (vraag 8c)

Slide 6 - Open vraag

Wat valt je op aan de dichtbevolkte gebieden in Nederland op kaart W5?
(vraag 2c)

Slide 7 - Open vraag

Invalshoeken
Aardrijkskundige feiten kan je vanuit verschillende dimensies bekijken
Het ligt dus aan je invalshoek

Bij aardrijkskunde gebruiken we de volgende invalshoeken:
- sociaal/cultureel
- economisch
- fysisch
- politiek

Slide 8 - Tekstslide

Grand Prix

Slide 9 - Tekstslide

''De Grand-Prix van Zandvoort zorgt ervoor dat vele mensen uit eten gaan en in hotels verblijven, dat is goed.''
Bij welke aardrijkskundige dimensie past dit?
A
Economische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Fysische dimensie

Slide 10 - Quizvraag

''De Grand-Prix van Zandvoort verstoort het vogelrust gebied in de duinen''

Bij welke aardrijkskundige dimensie past dit?
A
Economische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Fysische dimensie

Slide 11 - Quizvraag

''De Grand-Prix van Zandvoort is belangrijk voor Nederland want dan komen er veel toeristen''

Bij welke aardrijkskundige dimensie past dit?
A
Economische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Fysische dimensie

Slide 12 - Quizvraag

''De Grand-Prix van Zandvoort zorgt ervoor dat de huizen heel duur worden en alleen nog maar rijke mensen in Zandvoort kunnen wonen.''
Bij welke aardrijkskundige dimensie past dit?
A
Economische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Fysische dimensie

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het als je uit verschillende dimensies kijkt?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Welk scenario van opwarming van de aarde is het meest realistisch?
A
+ 0.5 graden
B
+1 graden
C
+2 graden
D
+ meer dan 2 graden

Slide 16 - Quizvraag

Welke gebieden zullen/merken veel van klimaatverandering?
A
Europa
B
Amerika
C
Rond de evenaar
D
Rond de poolcirkel

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn 'tipping points'?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Zomaar stoppen met fossiele brandstoffen kan niet:
we moeten de samenleving draaiende houden
Uit welke dimensie wordt geredeneerd?
A
Sociaal/cultureel
B
Economisch
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 20 - Quizvraag

De Nederlandse regering moet meer doen aan de vervuiling van grote bedrijven
Uit welke dimensie wordt geredeneerd?
A
Sociaal/cultureel
B
Economisch
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 21 - Quizvraag

TeamTrees pakt de klimaatverandering aan vanuit welke dimensie?
A
Sociaal/cultureel
B
Economisch
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Wie moet volgens jou het voortouw nemen in de klimaatverandering?
Zorg ervoor dat je kan uitleggen wat je vindt
Politiek
Het bedrijfsleven
De consumenten (wij)

Slide 24 - Poll

Poolgebieden
Klimaatverandering is voor Nederland dus belangrijk

Maar ook onze Poolgebieden (Noord- en Zuidpool) hebben veel last van klimaatverandering

Hoe dit kan? Dat ga je onderzoeken
Maak: vraag 1 tm 5 van paragraaf 8.3!

Slide 25 - Tekstslide