- Samen oefenen met vragen over bovenstaande paragrafen van H4
- OF zelf aan de slag met vragen uit het boek!
Op tafel: Schrift, pen, rekenmachine (Boek B)
Kladpapier deel ik uit.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H4 Kracht en beweging
Vandaag:
- Eerst uitleg over par 1 + 2
- Samen oefenen met vragen over bovenstaande paragrafen van H4
- OF zelf aan de slag met vragen uit het boek!
Op tafel: Schrift, pen, rekenmachine (Boek B)
Kladpapier deel ik uit.
Slide 1 - Tekstslide
H4 Kracht en beweging
Par 1: Versnellen en vertragen
Voortstuwende kracht = aandrijfkracht
Tegenwerkende kracht = werkt tegen
Slide 2 - Tekstslide
H4 Kracht en beweging
Par 1: Versnellen en vertragen
Versnelling berekenen
Slide 3 - Tekstslide
H4 Kracht en beweging
Regels:
Slide 4 - Tekstslide
H4 Kracht en beweging
Par 2 Kracht, massa en versnelling
Traagheid: moeilijk om de beweging te beïnvloeden (grote massa!)
Slide 5 - Tekstslide
Optrekken en afremmen
Traagheid = grote massa heeft veel kracht nodig om de snelhied of bewegingsrichting te beïnvloeden.
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeldvraag:
Een containerschip vaart weg uit de haven.
De motoren brengen het schip in 15 minuten van 0 km/h naar 35 km/h.
Bereken de versnelling van het schip in m/s2.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeldvraag:
Een containerschip vaart weg uit de haven. Hoeveel kracht moeten de motoren leveren om dit 175 miljoen wegende schip de haven uit te krijgen?
De motoren brengen het schip in 10 minuten van 0 km/h naar 40 km/h.
Slide 8 - Tekstslide
Remvertraging
De letter a staat voor de remvertraging.
Voorbeeld.
Een Opel astra heeft een massa van 1300 kg. De remmen leren een minimale remkracht van 5,2 m/s2.
Bereken de grootte van de minimale remkracht.
Slide 9 - Tekstslide
H16 Kracht en beweging
Par 4 Kracht en arbeid blz 238
Wanneer je arbeid verricht zet je kracht in over een afstand
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeldvraag:
Een hijskraan zet een windturbine in elkaar. Het mastdeel wat gehesen wordt heeft een massa van 60 ton. Het deel wordt op 72 meter hoogte bevestigd op de rest van de mast.
Bereken de arbeid die de hijskraan verricht.
Slide 11 - Tekstslide
H16 Kracht en beweging
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Voortstuwend vs tegenwerkend
Slide 14 - Tekstslide
Een auto rijdt weg bij een stoplicht wat op groen springt. Noem twee tegenwerkende krachten.
Slide 15 - Open vraag
Als de auto weg rijdt werken er meerdere krachten, zowel voor als tegen. Welke kracht van de volgende is het grootst: wrijvingskracht, windkracht, motorkracht.
Slide 16 - Open vraag
Twee rugbyteams duwen tegen elkaar. Het oranje team duwt het blauwe weg naar links. Naar welke kant is de nettokracht groter dan 0?
Slide 17 - Open vraag
Wanneer iets een constante snelheid heeft of stilstaat, dan is de netto kracht ........? Vul het juiste getal in.
Slide 18 - Open vraag
Wat gebeurt er met een auto wanneer de nettokracht tegen de bewegingsrichting in werkt?
Slide 19 - Open vraag
Een schip(168 miljoen kg) wordt uit de haven gesleept. Het duurt 15 minuten om een snelheid van 46 km/h te bereiken. Hoeveel kracht moet de sleepboot leveren om het schip uit de haven te krijgen?
Slide 20 - Open vraag
De afstand die de sleepboot met het schip aflegt is 1700 m. Bereken de arbeid die de sleepboot moet leveren. (Gebruik je antwoord van de vorige vraag!)
Slide 21 - Open vraag
Een raceauto trekt op in 4,7 s naar 100 km/h over 160 meter. De massa van de auto is 1560 kg. Bereken de kracht die nodig is om de auto op te laten trekken en de arbeid die de motor moet leveren hiervoor.
Slide 22 - Open vraag
Uit welke twee dingen bestaat de totale stopafstand?
Slide 23 - Open vraag
Wat kan er voor zorgen dat je reactietijd langer wordt? Noem twee dingen.
Slide 24 - Open vraag
Uit welke twee dingen bestaat de totale stopafstand?
Slide 25 - Open vraag
Uit welke twee dingen bestaat de totale stopafstand?