Literatuur: stijlfiguren (herhaling)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • ... kun je een omschrijving geven van een metafoor, personificatie, synesthesie en metonomyia.
  • ... ken je de vier stijlfiguren om je 'lichter' of 'zwaarder' uit te drukken (eufemisme, understatement, hyperbool & litotes)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Het is tijd voor een kahoot!

Je gaat je kennis over de besproken beeldspraak & stijlfiguren testen: wat snap je al en waar moet je meer mee oefenen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Zelf aan de slag
Maken (herhaling):
  • Cursus 5, par. 10, opdr. 1 t/m 9.
  • Cursus 5, par. 11, opdr. 1 en 2.
Vrijdag niet af = mail naar je coach & naar huis.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken
2. Lezen in je literaire roman


Slide 5 - Tekstslide

Metafoor
Alleen het beeld wordt genoemd (het object wordt weggelaten)

  • Ruim die zwijnenstal eerst naar eens op. (bedoeld wordt: je kamer)

  • Die engel bracht iedereen een kopje thee. (bedoeld wordt: een lief persoon)

Slide 6 - Tekstslide

Personificatie
Een voorwerp of abstract begrip krijgt menselijke eigenschappen:
  • De bomen fluisteren haar naam.
  • De zon legde een deken van stralen over de bergen.
  • De kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.

Slide 7 - Tekstslide

Synesthesie
Er worden twee zintuigen met elkaar vermengd:

  • De schilder gebruikte schreeuwende kleuren.
  • Het gebouw was gevuld met stinkende geluiden.

Slide 8 - Tekstslide

Metonymia
  • Bij de metonymia is er niet zozeer sprake van een vergelijking tussen beeld en werkelijkheid; maar wel van een relatie tussen de twee. 
  • De schrijver zegt dus niet iets letterlijk, maar gebruikt een woord dat ermee te maken heeft. 
  • Zo kun je spreken van koppen tellen, terwijl je bedoelt: ‘mensen tellen’. In plaats van het ‘geheel’ (mens) noem je een onderdeel (kop)

Slide 9 - Tekstslide

Stijlfiguur

Een vaste vorm (‘figuur’) van zeggen (‘stijl’).

Door stijlfigren te gebruiken, verfraai je de vorm van je mededeling. Op die manier maak je je tekst aantrekkelijk.
Er zijn verschillende redenen om stijlfiguren te gebruiken:

  • je wil je wat ‘lichter’ of juist ‘zwaarder’ uitdrukken;
  • je wil bepaalde woorden extra nadruk geven;
  • je wil de lezer aan het denken zetten;
  • je wil een grappig effect bereiken;
  • je wil een belezen indruk maken.




Slide 10 - Tekstslide

Understatement 

Een understatement wordt gebruikt om ernstige (of grote) zaken als minder ernstig (of minder groot) voor te stellen.


  • Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.

  • Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.

Eufemisme

Een eufemisme is een ‘verzachtende uitdrukking’. Sprekers gebruiken eufemismen om termen die hard of grof klinken, te vermijden.

  • sterven: heengaan / inslapen

  • overgewicht: volslank


Slide 11 - Tekstslide

Hyperbool
De stijlfiguur van overdrijving. Een reden om een hyperbool te gebruiken kan zijn om bijvoorbeeld een emotie of een mening extra nadruk te geven. Maar ook variatie in schrijfstijl en humor kunnen redenen zijn om de hyperbool te gebruiken.

1. Geen mens op de wereld had voor deze toets een voldoende kunnen halen.

2. Ik schrok mij kapot!
Van schrikken ga je niet kapot...



Litotes
Een speciale vorm van het understatement (of een eufemisme). Bij deze stijlfiguur beweer je iets door het tegendeel daarvan te ontkennen.
1. Zij is niet achterlijk (= zij is slim).
2. Ik vind dat geen slecht plan. (= dat is een goed plan).

Ironie
Ironie is een milde vorm van spot. Een ironische opmerking is nooit kwetsend bedoeld. Vaak bedoelt de spreker het tegenovergestelde van wat hij zegt.
1. ''Je bent weer lekker op tijd.''



Slide 12 - Tekstslide

Ik weet wat beeldspraak & stijlfiguren zijn en kan deze herkennen.
Ja
Nee
Ik heb nog vragen.

Slide 13 - Poll

metafoor
metonymie
personificatie
vergelijking 
synesthesie
Heb je de nieuwe van Ed Sheeran al gehoord?
De stoel zuchtte onder het gewicht van de man.
Je hartslag sust me in slaap.
We zullen haar uit de brand helpen.
Tijd is als lucht: je ziet het niet maar het is er wel.
Zij is tot over haar oren verliefd.
Het hele lokaal viel stil na die opmerking.
Hij hoorde haar kille stem.

Slide 14 - Sleepvraag