Donderdag Instr.

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 6-8

 Welkom

Het is alweer donderdag!

Lesdoel: leren over wonen en werken

Je eigen huis is door een architect bedacht en ingericht. 

Verschillende ruimtes hebben een verschillend doel.

In een badkamer heb je tegels omdat het er nat wordt. 

Een keuken zit niet op zolder omdat je eet in de woonkamer.

Voorzieningen

In je huis heb je meerdere voorzieningen. (Iets nuttigs waar iedereen gebruik van kan maken)

• Badkamer
  
• Toilet (WC)
  
• Keuken
  

Vorm

Huizen verschillen van vorm.

• We kennen verschillende huizen.
  
• rijtjeshuis
  
• twee-onder-een-kap
  
• vrijstaand huis
  
• appartement
  
• villa
  

Bouwmateriaal

We kennen veel verschillende bouwmaterialen: 

• beton
  
• cement
• bakstenen
  
• hout
  
• staal 
  
• en nog veel meer! 

Filmpjes over huizen

Kijk de filmpjes in de volgende dia's goed. 

Maak aantekeningen als je dat nodig hebt.

Werken rondom je huis

• postbode


• krantenbezorger
•  vuilnisophaler
• ramenwasser
• plantsoenendienst

Voor de volgende opdracht heb je 10 minuten.

Pak je gereedschap (potloden, gum)

Opdracht 1: zelfstandig 

(10 min)

Teken een huis 

met minimaal 6 kamers 

(ook een gang is een kamer)

Schrijf het doel van elke kamer erbij.

Maak er een foto van! 

Voor de volgende opdracht heb je 10 minuten.

Pak je gereedschap (potloden, gum)

Stilteplein/samenwerkopdracht

Met minimaal 4 kinderen maak je opdracht 2...

(TIP: maak een foto van de opdracht zodat je weet wat je moet doen! Succes!

Opdracht 2: groepje 

Ontwerp je eigen wijk!

1. Neem een vel A4 papier.
   
2. Is je groepje 4 kinderen groot, dan knip je het vel in vieren. 
   
3. Teken eerst belangrijke wegen.
   
4. Vul daarna je wijk met verschillende soorten bebouwing en groen. 
5. Maak een legenda, controleer of het netjes is en plak de stukken aan elkaar met plakband. 
6. Maak een groepsselfie met je wijk! 

Wat was je doel en hoe is het gegaan?

Bedankt voor je inzet.

• Schuif je stoel aan
  
• Ruim je spullen op
  
• Verlaat het lokaal rustig
  

Wat heb je ervan geleerd?

Wat leerde je in opdracht 1 ?

Wat heb je geleerd van opdracht 2 ?