In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
9. Ziekteverzuim
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
Uit de praktijk
1. Wat is ziekteverzuim?
2. Oorzaken van ziekteverzuim
3. Gevolgen van ziekteverzuim
4. Ziekteverzuim voorkomen en beperken
5. Ziekteverzuimgesprek
6. Ziekteregistratie
7. Verzuimcultuur
8. Ziekteverzuimprocedure
9. Wetgeving
Slide 2 - Tekstslide
Uit de praktijk
Lees blz 159. Denk alvast na over de antwoorden op
vraag 1 t/m 3.
Volgende slides -> beantwoorden!
Slide 3 - Tekstslide
Antwoord vraag 1
Slide 4 - Woordweb
antwoord vraag 2
Slide 5 - Open vraag
Antwoord vraag 3 (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Arbodienst inschakelen
B
Contact opnemen met de medewerker
C
Vragen stellen
D
Begeleiden
Slide 6 - Quizvraag
9.1. Wat is ziekteverzuim?
ziekteverzuim = aantoonbaar ziek zijn en daardoor niet kunnen werken
Hierna een groot deel van het hoofdstuk in een notedop.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
9.1. vervolg
Grip op ziekteverzuim door achtergrond te weten> bijhouden ->
1. meldingsfrequentie = hoe vaak iemand zich ziek meldt
2. verzuimduur = hoe lang iemand gemiddeld ziek blijft
3. verzuimpercentage = percentage van de werktijd dat iemand gemiddeld ziek is
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
9.2. Oorzaken van ziekteverzuim
psychische overbelasting -> vaak meer aan de hand
of lichamelijke overbelasting -> bijv te lang dezelfde fysieke handelingen
of arbeidsconflict -> langdurig meningsverschil over het werk.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
9.3. Gevolgen van ziekteverzuim
Gevolg kan zijn: verstoorde werksfeer - belangrijke rol leidinggevende
Slide 15 - Tekstslide
9.4. Ziekteverzuim voorkomen en beperken
preventieve maatregel = maatregel met als doel gezond gedrag te bevorderen en ziekteverzuim te voorkomen
hervattingsdrempel = drempel om weer aan het werk te gaan
bedrijfsarts = arts gespecialiseerd in arbeidsgeneeskunde
omgaan met ziekteverzuim
aandacht geven en betrokkenheid tonen
informatie inwinnen - oorzaak?
actie ondernemen zodat medewerker (snel) weer aan het werk kan.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
9.5. ziekteverzuimgesprek
stappenplan:
gesprek voorbereiden
afspraak maken
verzuimcijfers bespreken
gevolgen voor het werk aangeven
oorzaken zoeken
oplossingen zoeken
afspraken maken
vervolgafspraak maken
Slide 18 - Tekstslide
Wanneer zou jij zo'n verzuimgesprek voeren?
Slide 19 - Woordweb
9.6. Ziekteregistratie
Ziekteregistratie bevat:
verzuimpercentage
verzuimfrequentie
verzuimoorzaak.
Let op: een medewerker is niet verplicht de aard van zijn ziekte te vertellen.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
9.7. Verzuimcultuur
= geheel aan normen, opvattingen en waarden over verzuim en gedrag van mensen dat daaruit voortkomt.
Uitgangspunt bij het verbeteren: een goede werkhouding -> iedereen voelt zich verantwoordelijk voor het bedrijf + een goede werksfeer.
Belangrijke rol leidinggevende!
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Even denken: Wat voor soort ziekmelding was dit?
A
Wit
B
Zwart
C
Grijs
Slide 24 - Quizvraag
9.8. Ziekteverzuimprocedure
Hierin staat hoe medewerkers moeten handelen bij ziekte.
Lees blz 171 TOT 9.9.
Hierna filmpje - vink af welke punten je tegenkomt in dit filmpje en vul het aantal in op de slide na het filmpje.
LET OP: ik kan vragen welke je dan hebt gezien ;-)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Hoeveel vinkjes heb jij kunnen zetten? (in cijfers graag!)
Slide 27 - Woordweb
9.9. Wetgeving
Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (VLZ) = Werknemer ontvangt tot twee jaar na eerste ziektedag loon van werkgever.
Ziektewet (ZW) = Zieke werknemers zonder loondoorbetalingsverplichting hebben recht op een uitkering.
Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) = aanvulling op ziektewet
Wet verbetering Poortwachter (WVP) = regelt verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer om ziekteverzuim te voorkomen en beperken
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) = na 2 jr re-integreren nog niet aan het werk -> mensen die nog enigszins kunnen, moeten ook werken: 'werken naar vermogen'.