4.2 organismen ordenen

4.1 ontwikkeling van het leven op aarde 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.1 ontwikkeling van het leven op aarde 

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Wat waren de eerste organismen op aarde?

Slide 3 - Open vraag

Waar leefden de eerste organismen?

Slide 4 - Open vraag

Waar ontstonden de eerste mensachtigen?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
4.2.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
4.2.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Twee hoofdgroepen
- prokaryoten: geen celkern en altijd eencellig. 
- Eukaryoten: wel celkern en eencellig of meercellig. 

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken
Bij de indeling van organismen kijken biologen naar de volgende kenmerken die verschillen:

1. Aantal cellen
2. aanwezigheid van celkern
3. aanwezigheid van celwand
4. aanwezigheid van bladgroenkorrels
3. relatieve grootte

Slide 9 - Tekstslide

Aantal cellen
eencellig = Organismen die uit één cel bestaan.
meercellig = Organismen die uit twee of meer cellen bestaan.

Slide 10 - Tekstslide

Aanwezigheid van celkern
- Cellen van schimmels, planten en dieren hebben een celkern.  
- Bacteriën hebben geen celkern (chromosomen liggen los in het cytoplasma).

Slide 11 - Tekstslide

Aanwezigheid van celwand
- Dieren zijn de enige organismen die om hun cellen geen celwand hebben. 
- Bacteriën, schimmels en planten hebben dit wel

Slide 12 - Tekstslide

Aanwezigheid van bladgroenkorrels
- Alleen bij planten komt in het cytoplasma bladgroenkorrels voor.
- In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. 

Slide 13 - Tekstslide

Relatieve grootte
- Cellen van organismen verschillen in grootte.
- Cellen van bacteriën zijn veel kleiner.
- Onder een sterke microscoop. 
- De grootte in verhouding tot de cellen van andere organismen noem je relatieve grootte

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maken
blz.  249
opdr. 1 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide