Herhaling H2

Hoofdstuk 2:
Samen met het buitenland
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2:
Samen met het buitenland

Slide 1 - Tekstslide

Export en Import
EXPORT
IMPORT

Slide 2 - Tekstslide

Import

  • Waarom is het belangrijk dat we producten en diensten importeren?
goedkoper
klimaat
grondstoffen
kwaliteit

Slide 3 - Tekstslide

Export

  • Waarom is het belangrijk dat we producten en diensten exporteren?
  • Meer verkopen
  • Meer banen

Slide 4 - Tekstslide

  • Internationale handel = import en export van handel tussen landen. 
     
  • Voor Nederland is de internationale handel erg belangrijk. Nederland heeft een open economie 



Internationale handel

Slide 5 - Tekstslide

Internationale handel

  • bedrijven kopen producten uit het buitenland of 
  • verkopen producten aan het buitenland
uitvoer / export
invoer / import

Slide 6 - Tekstslide

Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 7 - Quizvraag

Import of export?
De bananen bij de Jumbo komen uit Panama.
A
Import
B
Export

Slide 8 - Quizvraag

Import of export?
Action koopt producten uit China.
A
Import
B
Export

Slide 9 - Quizvraag

Import of export?
Onze eieren worden verkocht in de Spaanse supermarkt

A
import
B
export

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je het wanneer een land of een persoon goederen invoert?
A
Export
B
Import
C
Overslag
D
Mainport

Slide 11 - Quizvraag

Door meer export moeten we meer produceren en daardoor verdienen/verliezen bedrijven meer geld. Dan komen er meer/minder banen.
A
verliezen ; meer
B
verdienen ; minder
C
verdienen ; meer
D
verliezen ; minder

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Als Nederlandse bedrijven goederen of diensten verkopen aan het buitenland noem je dat ..
A
Import
B
Export
C
Doorvoer
D
Wederuitvoer

Slide 14 - Quizvraag

Weet je nog wat vrijhandel betekend?
Geef een korte omschrijving

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Wie bepaald de hoofdlijnen van het Europese beleid
A
De Europese raad
B
De Europese Unie
C
De Europese baas

Slide 17 - Quizvraag

Protectiemaatregelen
Protectie = bescherming

Slide 18 - Tekstslide

Protectie door de EU zorgt ervoor dat import uit niet-EU-landen makkelijker gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Nederland importeert koffiebonen.
Waarom doet Nederland dat?

Slide 20 - Open vraag

Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als munteenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn invoerrechten?
A
Een belasting die je aan de grens betaalt voor het invoeren van producten.
B
Een subsidie die je ontvangt voor het invoeren van producten.
C
Het recht dat Nederland heeft om producten uit andere landen in te voeren.
D
Het recht van andere landen om producten uit Nederland in te voeren.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Het rijke noorden en arme ....
A
Zuiden
B
Oosten

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Structurele hulp is hulp in noodsituaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Noodhulp is hulp in noodsituaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Nationaal inkomen
Ontwikkelingslanden
Noodhulp
Structurele hulp
Hulp in noodsituaties
Hulp aan ontwikkelingslanden om economisch zelfstandig te worden

Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs

De inkomen van alle inwoners in een land bij elkaar opgeteld

Slide 31 - Sleepvraag