Woordbetekenissen zoeken 3 mavo

Welkom
Woordbetekenis zoeken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Woordbetekenis zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
- Je leert kennis te  hebben van strategieën hoe een woordbetekenis achterhaald kan worden
-Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Ze mag er dan wel frêle uitzien, ze is sterker dan je denkt.
Wat betekent frêle?
A
broos
B
adellijke dame
C
verward
D
chic

Slide 3 - Quizvraag

Woordbetekenis
Ze mag er dan wel frêle uitzien, ze is sterker dan je denkt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent frêle? Hoe weet je dat?
Hoe ben je erachter gekomen?

Slide 5 - Woordweb

Woordbetekenis achterhalen
Zoek in de tekst naar een synoniem: een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.

Zoek in de tekst naar een omschrijving van het woord.
Zoek in de tekst naar een voorbeeld. Let op signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zoals enzovoort.
Zoek in de tekst naar een tegenstelling. Let op signaalwoorden zoals: echter, maar, toch enzovoort.
Zoek in het woord dat je niet kent naar een bekend woorddeel.
Zoek de betekenis van het woord op in het woordenboek. Kies de betekenis die in de tekst past




Slide 6 - Tekstslide

Helft van Nederlanders heeft geen appeltje voor de dorst

Nederlanders houden te weinig rekening met financiële tegenslagen en hebben te weinig, of zelfs geen, spaargeld.
Appeltje voor de dorst
Beschrijf wat het volgende betekent:
appeltje voor de dorst

Slide 7 - Open vraag

Wat is het synoniem voor 'nauwkeurig' in deze zinnen?
Onze boekhouder is heel nauwkeurig. Zijn afspraken komt hij stipt na.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'gestaag' in deze zin?
De Nederlandse game-industrie groeit gestaag. Dit is te zien aan het aantal bedrijven in deze branche, dat alsmaar blijft toenemen.

Slide 9 - Open vraag


tegen


micro

voor

voorafgaand

anti 

heel klein

pre

pro

Slide 10 - Sleepvraag

Wat betekent het volgende woord?
accorderen
A
afkeuren
B
overeenstemmen
C
afwegen
D
gaan

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
bagatelliseren
A
overeenkomen
B
als belangrijk voorstellen
C
als onbelangrijk voorstellen
D
akkoord geven

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
holistisch
A
medisch
B
alomvattend
C
technisch
D
kijkend naar de kleine zaken

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
het jargon
A
de vaktaal
B
de straattaal
C
het gedicht
D
het lied

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Wat?
Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 26
Hoe?
Je mag zachtjes samenwerken
Hulp?
in Duo's / docent.
Tijd?
Vandaag, 30 minuten
Uitkomst?
Huiswerk
Klaar?
Kom naar de docent voor ander werk

Slide 15 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll