Woordbetekenis

Woordenschat
Woordbetekenis zoeken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Woordbetekenis zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Doel
- kennis hebben van strategieën hoe een woordbetekenis achterhaald kan worden

Slide 2 - Tekstslide

Ze mag er dan wel frêle uitzien, ze is sterker dan je denkt.
Wat betekent frêle?
A
broos
B
adellijke dame
C
verward
D
chic

Slide 3 - Quizvraag

Woordbetekenis
Ze mag er dan wel frêle uitzien, ze is sterker dan je denkt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent frêle? Hoe weet je dat?
Hoe ben je erachter gekomen?

Slide 5 - Woordweb

Woordbetekenis achterhalen
1. Geeft het woord zelf een aanwijzing voor de betekenis?
Herken je een deel van het woord?
2. Geeft de context een aanwijzing voor de betekenis?
Staat er een synoniem, omschrijving, tegenstelling of een voorbeeld in de rest van de zin/tekst?
3. Zoek de betekenis op in een woordenboek.

Is het overigens belangrijk dat je alle woorden in een tekst begrijpt?

Slide 6 - Tekstslide

Helft van Nederlanders heeft geen appeltje voor de dorst

Nederlanders houden te weinig rekening met financiële tegenslagen en hebben te weinig, of zelfs geen, spaargeld.
Appeltje voor de dorst
Beschrijf wat het volgende betekent:
appeltje voor de dorst

Slide 7 - Open vraag

Wat is het synoniem voor 'nauwkeurig' in deze zinnen?
Onze boekhouder is heel nauwkeurig. Zijn afspraken komt hij stipt na.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'gestaag' in deze zin?
De Nederlandse game-industrie groeit gestaag. Dit is te zien aan het aantal bedrijven in deze branche, dat alsmaar blijft toenemen.

Slide 9 - Open vraag


tegen


micro

voor

voorafgaand

anti 

heel klein

pre

pro

Slide 10 - Sleepvraag

Wat betekent het volgende woord?
accorderen
A
afkeuren
B
overeenstemmen
C
afwegen
D
gaan

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
bagatelliseren
A
overeenkomen
B
als belangrijk voorstellen
C
als onbelangrijk voorstellen
D
akkoord geven

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
holistisch
A
medisch
B
alomvattend
C
technisch
D
kijkend naar de kleine zaken

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
het jargon
A
de vaktaal
B
de straattaal
C
het gedicht
D
het lied

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk
Maak voor de volgende les 

Slide 15 - Tekstslide