ik hou van holland

Ik hou van Holland Quiz 
De leukste en grappigste quiz van Nederland!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik hou van Holland Quiz 
De leukste en grappigste quiz van Nederland!

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1
- Quizvragen
- Kennisvragen 
-Spelling 
-Kennisvragen 

Slide 2 - Tekstslide

quiz vragen
Wie weet het meest van Nederland?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Rotterdam
B
Utrecht
C
Zwolle
D
Amsterdam

Slide 4 - Quizvraag

Waar ligt de grootste haven van Nederland?

A
Amsterdam
B
Den Helder
C
Rotterdam
D
Vlissingen

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 6 - Quizvraag

Welke bloem zien mensen als typisch Nederlands?
A
tulp
B
zonnebloem
C
roos
D
madelief

Slide 7 - Quizvraag

In welke provincie vind je de hunebedden?
A
Drenthe
B
Overijssel
C
Flevoland
D
Gelderland

Slide 8 - Quizvraag

Welk vervoersmiddel is in Nederland erg populair?
A
auto
B
fiets
C
tram
D
trein

Slide 9 - Quizvraag

Kennisvragen

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel dialecten heeft het Nederlands?
A
200
B
613
C
78
D
121

Slide 11 - Quizvraag

spelling
Wat staat er op het plaatje, hoe schrijf je dat?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is hier fout aan? Schrijf het foute woord correct.

Slide 13 - Open vraag


Welke zin klopt WEL?
A
Michael wild niet dat jij meekomt.
B
Dat is jou boek toch, Sergio?
C
Hun zijn gisteren gaan zwemmen.
D
Het meisje dat ik heb leren kennen heet Salwa.

Slide 14 - Quizvraag

Weet jij wat er ___________ is?
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 15 - Quizvraag


Welk woord is GOED geschreven?
Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
maastricht
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is GOED geschreven?
Welk woord is GOED geschreven?
A
suporter
B
apartement
C
pappegaai
D
applaus

Slide 17 - Quizvraag

Weet jij wat er ___________ is?
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 18 - Quizvraag

Spreekwoorden en gezegden

Slide 19 - Tekstslide

Welk spreekwoord staat hier?

Slide 20 - Open vraag

De hond in de pot vinden
A
We eten vanavond stoofvlees.
B
We gaan barbecueën.
C
Te laat zijn voor het eten.
D
Het eten is op de grond gevallen.

Slide 21 - Quizvraag

De bokkenpruik op hebben.
A
Slechtgehumeurd zijn / boos zijn.
B
Een bad-hair-day hebben.
C
Een pruik dragen.
D
Je anders voordoen dan je bent.

Slide 22 - Quizvraag

Oude koeien uit de sloot halen.
A
Koeien die in de sloot gevallen zijn redden.
B
Oude mensen helpen.
C
Op een boerderij werken.
D
Oude verhalen vertellen.

Slide 23 - Quizvraag

Zij lijken op elkaar als twee druppels water.
A
Zij zijn helemaal nat geregend.
B
Zij lijken heel veel op elkaar.
C
Zij hebben altijd dezelfde mening.
D
Zij zijn tweeling.

Slide 24 - Quizvraag


Slide 25 - Open vraag

Wat is de oudste Nederlandse zin?
A
Uiele ik oud aan then wolken zo thee erthen
B
Hebban olla vogala
C
Ja, vrouwe, ik zal 't u maar segge
D
Hebbe gij hiero op den Regge-school het naar den zin?

Slide 26 - Quizvraag

In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 27 - Quizvraag

..... je het gezellig hier?

Wat moet er op de puntjes staan?
A
Vint
B
Vindt
C
Vind
D
Vintd

Slide 28 - Quizvraag

welk nummer hoor je hier?

Slide 29 - Open vraag

ronde 2
-quiz vragen
-In welke provincie ligtdat
-muziek 

Slide 30 - Tekstslide

Welke volgorde is de vlag van Nederland?
A
rood, wit, blauw
B
blauw, wit, rood
C
wit, rood, blauw
D
rood, blauw, wit

Slide 31 - Quizvraag

In welke provincie wordt de elfsteden tocht geschaatst?
A
Overijssel
B
Friesland
C
Drenthe
D
Groningen

Slide 32 - Quizvraag

Welke sport is in Nederland het meest populair?
A
basketbal
B
handbal
C
voetbal
D
volleybal

Slide 33 - Quizvraag

Waar gaat het dagboek van Anne Frank over?
A
Oorlog in Spanje
B
Haar liefdesleven
C
Haar droomvakantie
D
Haar oorlogservaring

Slide 34 - Quizvraag

In welke provincie ligt dat?
Weet jij waar wat ligt in Nederland?

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Overijssel?

Slide 36 - Open vraag

Waar ligt het drielandenpunt?

Slide 37 - Open vraag

Hoeveel provincies heeft Nederland?

Slide 38 - Open vraag

Ronde 1:  de Nederlandse cultuur

Slide 39 - Tekstslide

Welke 'bekende' vis werd op de vorige dia gegeten?
A
Inktvis
B
Zalm
C
Zwaardvis
D
Haring

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de jongste provincie van Nederland?
A
Limburg
B
Friesland
C
Flevoland
D
Utrecht

Slide 41 - Quizvraag

Hoe heet het volkslied van Nederland?
A
De prins van Oranje
B
Het Wilhelmus
C
Het Nederlandse lied
D
Lang leve de koningin

Slide 42 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Nederland dragen klompen?
A
200.000
B
500
C
1 miljoen
D
30

Slide 43 - Quizvraag

Wat is de meest voorkomende Nederlandse familienaam?
A
De Jong
B
Jansen
C
De Vries
D
Bakker

Slide 44 - Quizvraag

Einde 

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide