• Begin met een begroeting en stel jezelf voor.
• Vertel welk thema je hebt gekozen (Mode, Vakantie of Sport) en waarom je dit onderwerp interessant vindt.
• Gebruik de werkwoorden 'haben', 'sein' en 'werden' correct in je presentatie, in verschillende tijden (tegenwoordige tijd, verleden tijd en toekomstige tijd).
• Beschrijf kort de afbeeldingen en elementen op je poster/collage.
• Leg uit wat deze afbeeldingen voor jou betekenen in relatie tot het gekozen thema.
• Sluit af met een korte samenvatting van je presentatie en bedank het publiek voor hun aandacht.