Je kunt altijd je vragen stellen als je je aan het voorbereiden bent. Stuur een bericht via teams (zoek op Nadine de Schepper voor Havo 3, gebruik de klassen-team-app voor VWO 3)
Slide 4 - Tekstslide
Samenvattend - Uitwerking van krachten
Krachten kan je niet zien. De uitwerking (het effect) van een kracht kan je wel zien. er zijn 4 verschillende soorten effecten. Zie ze hieronder met voorbeelden.
Plastische vervorming
vervorming gaat NIET uit zichzelf weer 'terug'
Elastische vervorming
vervorming gaat WEL uit zichzelf weer 'terug'
Veranderen van snelheid
de snelheid wordt hoger of lager
Veranderen van richting
voorbeeld: de remkracht verlaagt de snelheid
voorbeeld: de spierkracht vervormt het hout van de boog
voorbeeld: de kracht van de botsing heeft de auto permanent vervormd
voorbeeld: de spierkracht verandert de richting (en snelheid) van de bal
Slide 5 - Tekstslide
Samenvattend - Hoe teken je een pijl?
Omdat je een kracht kan zien tekenen we die in de vorm van een pijl.
Grootte van de pijl: Zegt wat over hoeveel Newton de kracht is (zie krachtenschaal)
Aangrijpingspunt: Het punt waar de kracht vandaan komt
Richting: Welke kant gaat de pijll op?
Slide 6 - Tekstslide
Samenvattend - Krachten onder een hoek
Wanneer krachten onder een hoek staan gebruiken we de kop-staart-methode om de krachten samen te stellen. Zie het voorbeeld hieronder:
Verplaats alle krachten zo zodat je achter elkaar staan (je mag de krachten niet draaien)
Teken de resultante van het begin van de eerste pijl tot het einde van de laatste
Meet deze pijl op en bepaal hoeveel Newton deze is.
Slide 7 - Tekstslide
Samenvattend - Massa, Zwaartekracht, Gewicht
Slide 8 - Tekstslide
HET ZWAARTEPUNT
Samenvattend - Zwaartepunt
Het zwaartepunt heet ook wel massa-middelpunt (het midden van de massa)
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht
Slide 9 - Tekstslide
Samenvattend - Stabiliteit
Een voorwerp is stabiel wanneer het zwaartepunt boven het steunvlak is.
Een voorwerp is stabiel wanneer het zwaartepunt boven het steunvlak is.
Een bus zal sneller omvallen in de bocht dan een raceauto omdat het zwaartepunt van een bus een stuk hoger ligt.
Slide 10 - Tekstslide
Samenvatting - Momenten/Hefbomen
Moment is hoe 'graag' iets wil draaien.
Slide 11 - Tekstslide
Formuleblad
F1=r1F2⋅r2
Omschrijven
F2=r2F1⋅r1
r1=F1F2⋅r2
r2=(F)2F1⋅r1
Slide 12 - Tekstslide
Video's
Krachten tekenen Krachten optellen Zwaartekracht
Veerconstante Momenten deel 1 Momenten deel 2
* in de video's staan ook nog veel oefenopdrachten met uitleg/uitwerkingen