In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
Slide 2 - Tekstslide
Inwendige geslachtsorganen
Urineblaas
In de urineblaas bevind zich urine. De urine verlaat de blaas via de urinebuis.
Penis (eikel en voorhuid)
De penis is het meest herkenbare gedeelte van het mannelijk voortplantingsorgaan. De penis bestaat uit zwellichamen. Het lange gedeelte van de penis heeft geen specefieke naam.
Het bovenste puntje noemen we de eikel, om de eikel heen bevind zich de voorhuid. De voorhuid is een velletje die de eikel beschermt. Tijdens een erectie trekt de voorhuid zich terug en wordt de eikel zichtbaar.
De eikel is het gevoeligste gedeelte van de penis en speelt een grote rol bij seksualiteit.
Zaadleider
Vanuit de bijbal loopt er een buisje verder wat ook wel de zaadleider wordt genoemd, die vervolgens naar de lies en met een grote bocht richting de prostaat gaat. De zaadleider verbindt de bijbal met de urinebuis. Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes.
Hoewel de urinebuis ook urine loost, is er een klep die de uitstroom van sperma en urine regelt. Tijdens de ejaculatie (klaarkomen) stroomt het sperma door de urinebuis uit de penis. Dit betekend dan ook dat er op dat moment geen urine vrij kan komen. Je kan dus nooit tegelijkertijd plassen en klaarkomen
Prostaat
De functie van de prostaat is het vervoer van zaadcellen bij het klaarkomen. Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. Daar worden ze vermengd met het prostaatvocht.
Zaadblaasje
Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes. Zaadblaasjes zijn klieren die spermavocht produceren. Dit vocht komt in de prostaat samen met de zaadcellen.
Bijballen
Een man heeft dus twee zaadballen en twee bijballen. Zo'n bijbal bestaat uit een grote groep van zeer kleine buisjes en ligt als een soort kapje op de zaadbal. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.
Teelballen
Je teelbal heeft twee duidelijke functies:
Het produceren van spermacellen voor de voortplanting.
Het produceren van het mannelijke hormoon testosteron.
Balzak
De balzak is een huidplooi waarin de teelballen liggen
Zwellichamen
Een zwellichaam is een sponsachtige groep spiercellen die zich kunnen vullen met bloed. Wanneer de bloedtoevoer veel wordt zwelt het orgaan zich op. (In dit geval de penis)
Urinebuis
De urinebuis is een lange buis vanuit de urineblaas tot het uiterste puntje van de penis. Bij de prostaat kan er in de urinebuis sperma worden toegevoegd. Let op! Urine en sperma kunnen nooit tegelijk door de buis heen lopen
Slide 3 - Tekstslide
Voortplantingsstelsel vrouw
Slide 4 - Tekstslide
voortplantingsstelsel vrouw
Slide 5 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
primaire en secundaire geslachtskenmerken
vorm en functie zaadcel en eicel
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Waar hoort de penis bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 8 - Quizvraag
Waar hoort lichaamsbeharing bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 9 - Quizvraag
Penis en balzak
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken
Slide 10 - Quizvraag
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 11 - Quizvraag
De borsten (cup B) van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken
Slide 12 - Quizvraag
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar>
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 13 - Quizvraag
De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken
Slide 14 - Quizvraag
Welke geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secondaire geslachtskenmerken
Slide 15 - Quizvraag
Schaamhaar, okselhaar en meer zweet en talgklieren zijn:
A
Tertiaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken van de vrouw
C
Secundaire geslachtskenmerken van de man
D
Secundaire geslachtskenmerken van beide geslachten
Slide 16 - Quizvraag
De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen
Slide 17 - Quizvraag
Kun je aan geslachtskenmerken een man of vrouw herkennen?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
Juist of onjuist? De eierstokken zijn voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Als een vrouw het mannelijk geslachtshormoon toegediend zou krijgen dan....
A
Heeft dit geen effect
B
Ontwikkeld ze primaire geslachtskenmerken
C
Ontwikkelen er secundaire geslachtskenmerken
D
Gaat ze op vrouwen vallen
Slide 20 - Quizvraag
Waar behoort de baardgroei van een man bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 21 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van de secundaire geslachtskenmerken bij de man?
A
beharing van schaamstreek
B
verhoogde spierontwikkeling
C
groei van de penis en balzak
D
verandering van stem
Slide 22 - Quizvraag
Wanneer vindt de innesteling plaats?
A
Voor de bevruchting
B
Tijdens de bevruchting
C
Na de bevruchting
Slide 23 - Quizvraag
Bevruchting vindt plaats in de..
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 24 - Quizvraag
Een ander woord voor de EISPRONG
A
ovulatie
B
menstruatie
C
masturbatie
D
bevruchting
Slide 25 - Quizvraag
Hoe noemen we het samensmelten van een eicel en een zaadcel?