H3 ch4 grammar 9 and 10 modals and negations and quantifiers II

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

At the end of this class I...

• ... can use modals in the positive and negative form.
• ... can use quantifiers.

Grammar 9, page 25

Modals

Je kunt hulpwerkwoorden gebruiken om aan te geven dat je iets (NIET) kan doen, mag doen, wil doen, enzovoorts.

- Can you walk to school?                    - I might come to your party.
- You shouldn't walk to school.          - I must clean this up.
- I will walk to school.                             - You have to be on time.

Types of Modals: 1

Can (not) = kunnen
Could (not) = zou kunnen (en beleefde vragen)
"I can't come to your party" & "Could you help me out?"

May (not) = mogen 
Might (not) = zou mogen (en beleefde vragen)
"You may come to my party." & "I might be able to come."

Types of Modals: 2

Should (not) / ought (not) to = zou (eigenlijk) moeten, vooral bij advies/afraden
Must (not) = moeten (als je zelf vindt dat iets moet) / dringend
Have to = moeten (als iemand anders vindt dat iets moet) regel

don't have to= niet hoeven!

"I must finish this book this afternoon."
"You have to be on time tomorrow." 
"You should really pay more attention in class."

Grammar 10, page 26

Quantifiers 

We use quantifiers when we want to give someone information about the number of something: 

how much or how many?

Practise online in Stepping Stones

chapter 4

onderdeel E writing&grammar:

ex. 29, ex. 30a, b, c, ex. 31

Self study: chapter 4