soorten argumenten

Waarderende argumenten zijn sterker dan feitelijke argumenten
A
Juist
B
Onjuist
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waarderende argumenten zijn sterker dan feitelijke argumenten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag


Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Slide 2 - Quizvraag

1. Een feitelijk argument is een controleerbaar argument.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag


Soort argument?
A
moreel argument
B
vergelijkingsargument
C
ervaringsargument
D
feitelijk argument

Slide 4 - Quizvraag

"Je hoort je aan de spelregels te houden." Wat voor een soort argument is dit?
A
Feitelijk
B
Waarderend
C
Kan allebei
D
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Welk soort argument herken je?
A
Vermoedens
B
Ervaring
C
Feiten
D
Voorbeelden

Slide 6 - Quizvraag

Argument: 'Want mijn kinderen weten wat wel en niet kan'.
Wat voor soort argument is dit?
A
Emotioneel argument
B
Feitelijk argument
C
(On)gewenst gevolg
D
Ervaringsargument

Slide 7 - Quizvraag

"Vergeleken met...beter af." (regel 14). Wat voor soort argument is dit?
A
vergelijkingsargument
B
gezagsargument
C
nut/(on)gewenst gevolg
D
ervaringsargument

Slide 8 - Quizvraag

Op de gangen moet je een mondkapje dragen. Dat adviseert het RIVM.
Soort argument?

A
Voorbeeld
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 9 - Quizvraag

Die argumentatietoets was te moeilijk. Merel had een onvoldoende.
Soort argument?
A
Kenmerk/eigenschap
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Mijn docent Duits is zo'n lieve docent. Ze ruikt altijd naar bloemetjes.
Soort argument?
A
Voorbeelden
B
Kenmerk/eigenschap
C
Voor- en nadelen
D
Autoriteit

Slide 11 - Quizvraag

Welk soort argument?
A
vermoedens
B
geloof (persoonlijke overtuiging)
C
normen en waarden
D
ervaring

Slide 12 - Quizvraag

Soort argument?

Bij McDonald's eet ik geen vlees of vis: ik ben tegen het eten van dieren.
A
vergelijkingsargument
B
moreel argument
C
gezagsargument
D
feitelijk argument

Slide 13 - Quizvraag

Bij autoriteit kijk je naar:
A
reputatie, belangen, deskundigheid
B
het aantal volgers

Slide 14 - Quizvraag