Herhalen H4 Eletriciteit, 2 VWO
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor schakelingen zijn dit?
A
A = parallelschakeling
B = serieschakeling,
B
A = serieschakeling
B = parallelschakeling
C
A & B zijn serieschakelingen
D
A & B zijn parallelschakelingen
Slide 3 - Quizvraag
Grootheid
symbool
Eenheid
symbool
U
Vermogen
A
C
milliampère- uur
Spanning
Stroomsterkte
Volt
Ampère
V
P
I
Watt
W
Capaciteit
mAh
Slide 4 - Sleepvraag
Welke formule gebruik je om het vermogen uit te rekenen?
Slide 5 - Open vraag
Welke van de onderstaande uitspraken zijn waar?
A
Bij een serie schakeling verdeeld de spanning (U) zich
B
Bij een parallel schakeling verdeeld de spanning (U) zich
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de onderstaande uitspraken zijn waar?
A
Bij een serie schakeling verdeeld de stroomsterkte (I) zich
B
Bij een parallel schakeling verdeeld de stroomsterkte (I) zich
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel spanning levert het lichtnet in Nederland?
A
120 V
B
250 V
C
230 V
D
14 V
Slide 8 - Quizvraag
In de schakeling zetten we
schakelaar S1 in stand 2 en schakelaar S2 in stand 1.
Welke lampjes gaan er branden?
A
Alle lampjes
B
Alleen L1, L4
C
L1, L2 en L4
D
L1 en L2
Slide 9 - Quizvraag
In de schakeling wordt de
schakelaar S1 gesloten.
Welke lampjes gaan er branden?
A
Alleen L1 en L2
B
Alleen L3 en L4
C
Alle lampjes
D
Geen lampjes
Slide 10 - Quizvraag
In de schakeling wordt alleen de schakelaar S2 gesloten.
Welke lampjes gaan er branden?
A
Alle lampjes
B
Geen lampjes
C
Alleen L1 en L3
D
Alleen L2 en L3
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je een ampère meter ookwel?
A
voltmeter
B
stroommeter
C
spanningsmeter
Slide 12 - Quizvraag
Welke formule gebruik je om de capaciteit uit te rekenen?
Slide 13 - Open vraag
Welke schakeling is goed
A
B
C
D
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de spanning van deze serie schakeling
1 batterij is 1,5V
A
1,5 v
B
2,5v
C
3 v
D
4,5 v
Slide 15 - Quizvraag
Welke schakeling zie je hier?wat is de spanning van deze serie schakeling
A
Parallel
B
Serie
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je een voltmeter ookwel?
A
ampère meter
B
stroommeter
C
spanningsmeter
Slide 17 - Quizvraag
Kijk naar de schakeling hiernaast. Je ziet genummerde lampjes en genummerde schakelaars.
Wat zal er gebeuren als we schakelaar 1 sluiten?
A
Alleen lamp 4 zal niet branden.
B
Alle lampje zullen gaan branden.
C
Lamp 1, 2, en zullen branden.
D
Alle lampjes zullen uitgaan.
Slide 18 - Quizvraag
Vier batterijen (1,5 V) Hoeveel is de totale spanning?:
A
0 v
B
1,5v
C
3 v
D
6 v
Slide 19 - Quizvraag
snoer
Batterij
gelijkspanning
wisselspanning
lamp
schakelaar
voltmeter
ampère meter
bel
motor
led
stopcontact
Slide 20 - Sleepvraag
Met een transformator kun je
A
Stroom omhoog of omlaag transformeren
B
Spanning omhoog of omlaag transformeren
C
De stroom alleen omhoog transformeren
D
De spanning alleen omlaag transformeren
Slide 21 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stoffen zijn een geleider?
A
Glas
B
Koper
C
Lucht
D
Plastic
Slide 22 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stoffen zijn een isolator?
A
Glas
B
Koper
C
Lucht
D
Plastic
Slide 23 - Quizvraag
Welke waarde lees je af van de voltmeter?
A
16 V
B
1,6 V
C
8,5 V
Slide 24 - Quizvraag
0,025 W kun je ook wel opschrijven als ... mW
A
250 mW
B
0,25 mW
C
2,5 mW
D
25 mW
Slide 25 - Quizvraag
Een lampje heeft een spanning van 2,4 V en een stroomsterkte van 500 mA. Bereken wat het vermogen (P) is van het lampje.
Slide 26 - Open vraag
Een ander lampje heeft een stroomsterkte van 700 mA en een vermogen van 6,3 W. Bereken wat de spanning (U) is van het lampje.
Slide 27 - Open vraag
Een batterij laat een waxinelichtje 4 uur branden die 700 mA afgeeft. Na die 4 uur is de batterij leeg. Wat is de capaciteit van de batterij?
