werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde

Je leert:

 - onderscheid te maken tussen het ng en het wg

Je oefent:

 - het herkennen van het zww;

- het benoemen van de andere zinsdelen

Maak met de volgende twee woorden een zin van minstens acht woorden waarin het onderwerp iets doet.

de glasblazer uit Leerdam/altijd

Maak met de volgende twee woorden een zin van minstens acht woorden waarin het onderwerp iets is.

de glasblazer uit Leerdam/altijd

Maak met de volgende twee woorden een zin van minstens acht woorden waarin het onderwerp iets is.

sinds gisteren/ het kapotte espressoapparaat

Maak met de volgende twee woorden een zin van minstens acht woorden waarin het onderwerp iets doet.

sinds gisteren/ het kapotte espressoapparaat

We bekijken de instructievideo van de methode

Noteer van de zin het wg:

De directeur van het dancefestival heeft de bezoekers gewaarschuwd voor drugs.

Wat is het zww van dit wg?

heeft gewaarschuwd

Noteer van de zin het wg:

In de smalle steegjes van de oude stad Bologna kun je veel souvenirs vinden.

Wat is het zww van dit wg?

kun vinden

Noteer van de zin het wg:

De jeugdige brandstichter moest een taakstraf van 480 uur uitvoeren.

Wat is het zww van dit wg?

moest uitvoeren

Belangrijk!

In een zin staat een naamwoordelijk gezegde of een werkwoordelijk gezegde.

Nooit beide!

Noteer het ng van de zin:
Waarom zijn de verkiezingen in Amerika in 2016 zo grimmig geweest?

Wat is het nw-deel van het ng?
zijn zo grimmig geweest

Noteer het ng van de zin:
De directeur van de basisschool zou veel liever burgemeester worden?

Wat is het nw-deel van het ng?
zou burgemeester worden

Noteer het ng van de zin:
Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen.

Wat is het nw-deel van het ng?
bleek een onoverwinnelijke bokskampioen

Wat kun je nu beter dan voor deze les?

Nou jij...

Maak van blz 89

opdr 3 

opdr 4

Dit heb je a.s. vrijdag af.