Week 37 Nederlands 2M

Nederlands 2M week 37
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 2M week 37

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 2 - Tekstslide

Plattegrond
Zie bord!

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken in de les



  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Nieuw Nederlands, een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => in je tas!
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Tekstslide

Week 37  - 13 september t/m 
17 september 2021
  • Bespreken leesvaardigheid.
  • Week 36: dinsdag 14 september
  • Week 37: dinsdag 21 september
  • bziwb - code LessonUp
  • Lezen aan het begin van de les. Rapport 1 en 2: leesniveau 1 en 2. Rapport 3 niveau 2. Een boekenlijst volgt.
  • Deze week gaan we door met spelling.
  • Ook gaan we weer spelen met woorden.
  • So spelling: donderdag 23 september. Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3

Slide 5 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toetsvorm
Leerstof/ doel 
Tijd
Weging
Herk.

101
SO
Spelling H. 1, H. 2 en H. 3
45 min
1
Nee
102
SO
Grammatica zinsdelen en woordsoorten H. 1 en H. 2
45 min
1
Nee
103
PW
Lezen H. 1 en H. 2 en ws H. 1 en H. 2
45 min
3
Nee
1094
SO
Schrijven artikel + fictie boek vlog 
45 min
1
Nee

Slide 6 - Tekstslide

Datum toetsen (zie magister) 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toetsvorm
Leerstof/ doel 
Datum toets
101
SO
Spelling H. 1, H. 2 en H. 3
23 september
102
SO
Grammatica zinsdelen en woordsoorten H. 1 en H. 2
103
PW
Lezen H. 1 en H. 2 en ws H. 1 en H. 2
1094
SO
Schrijven artikel + fictie boek vlog 

Slide 7 - Tekstslide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Vorige week zijn we gestart met het nieuwe schooljaar en hebben we afspraken gemaakt. Ook zijn we verder gegaan met spelling: hoofdstuk 2: hoofdletters en leestekens.

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat
Maak drie zinnen met de woorden op het bord. Zorg dat de betekenis van het woord duidelijk blijkt uit je zin.

1. Uitbreiden
2. Coachen
3. Stoten

Slide 10 - Tekstslide

1. Maak een zin met het woord uitbreiden.

Slide 11 - Open vraag

2. Maak een zin met het woord coachen.

Slide 12 - Open vraag

3. Maak een zin met het woord stoten.

Slide 13 - Open vraag

Oefenen spelling
Kahoot: voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Controleer je antwoorden, ze staan aan het eind van de les!


Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week leer je:

  • hoe je voltooide deelwoorden goed moet spellen.
  • hoe je de betekenis van woorden kunt uitleggen in zinnen.

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt  uitleg.

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (als bijvoeglijk naamwoord) (bladzijde 84) 
Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, is de pv een vorm van zijn, hebben of worden. Bijvoorbeeld:

– Mario is vanmorgen vroeg opgestaan.

Een voltooid deelwoord kan dus deel uitmaken van het gezegde, zoals in de zin hierboven. Maar een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Bijvoorbeeld: de geplakte fietsband; het opgezegde abonnement.


Slide 18 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (als bijvoeglijk naamwoord) (bladzijde 84) 

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: De verkoopster heeft de T-shirts afgeprijs…. Je hoort afgeprijsde, dus je schrijft afgeprijsd.
  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -n? Schrijf het zo kort mogelijk: gewonnen, gebeten, uitgezonden, gezien, gedaan.
  • Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven of als je zeker wilt weten wat de laatste letter moet zijn, gebruik je ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.

Bekijk ook het schema werkwoordspelling op bladzijde 231

Slide 19 - Tekstslide

Nieuw Nederlands online

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Maken in de les - 15 minuten
Opdracht 5 op bladzijde 85

Slide 22 - Tekstslide

Maken. Kies keuze 1 of keuze 2

Basis (iedereen)
Opdracht 1 t/m 3
op bladzijde 85.

Oefenen (keuze 1)
De brug
Opdracht 7, 8 en 9
op bladzijde 228

Keuze 1: basis + oefenen 

Uitdaging

Opdracht 4 op bladzijde 85
(keuze 2)




Keuze 2: basis + uitdaging

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald? Weet je nu:

  • hoe je voltooide deelwoorden goed moet spellen.

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken

Slide 25 - Tekstslide

Maken. Kies keuze 1 of keuze 2

Basis (iedereen)
Opdracht 1 t/m 3
op bladzijde 59.

Oefenen (keuze 1)
De brug
Opdracht 1
op bladzijde 226

Keuze 1: basis + oefenen 

Uitdaging

Opdracht 4 op bladzijde 59
(keuze 2)




Keuze 2: basis + uitdaging

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 59
Hoofdletter
Haarlem
Koningsdag
Samantha
Stationsweg
Turks

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 59

Zonder hoofdletter
basisschool
herdershond
korenbloem
krentenbol
maart
oosten
piloot
vrijdag
zomer

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 2 bladzijde 59
1 We gaan vrijdag naar de bioscoop, want er draait een nieuwe James Bond.
2 Deze tweedehands Batavus kostte maar honderd euro, dus het was een koopje.
3 Als mijn vader in april naar Brussel gaat, neemt hij Belgische bonbons voor me mee.
4 ’s Zomers zwemt Imke twee keer per week, maar in de winter niet.
5 Heeft jullie vakantiehuisje op Kreta een balkon op het zuiden of op het noorden?
6 ’s Ochtends probeerde Daan zijn drumstel uit, zodat zijn moeder, oma en tante Corrie het huis uit vluchtten.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 59
1 De ober van het Chinese restaurant zei: ‘We gaan over een half uur sluiten.’
2 ’s Avonds zei de scheidsrechter dat het doelpunt tegen Vitesse niet geldig was.
3 ‘We gaan de verkiezingen winnen’, sprak de partijleider.
4 ‘Meneer Tijsen, heeft u onze toets Engels al nagekeken?’ vroeg Joris.
5 Mijn broer riep boos: ‘Het is jouw schuld, als ik de trein naar Eindhoven mis!’
6 Ik vraag me af hoe laat het Kruidvat zaterdag opengaat.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 593
1 juist
2 onjuist: Ezra vroeg of we ook een nieuwjaarsduik gingen nemen.
3 onjuist: Henk laat zijn twee dalmatiërs uit, voordat hij naar zijn werk gaat.
4 onjuist: ‘Het is mooi weer voor een wandeling’, zei de buurman.
5 juist
6 onjuist

Slide 31 - Tekstslide

De Brug opdracht 1 p. 226
1 In Jean Velde Floris .
2 Samen Pi Gelderland .
3 Wat Michiel Huisman ?
4 Zijn !
5 In Huisman .

Slide 32 - Tekstslide

Weektaak 37 afgerond

Slide 33 - Tekstslide