3 mavo - kennismakingsles

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom

bij 

Nederlands

3 mavo

1. Kennismaken

2. Afspraken

3. Uitleg programma klas 3 en 4

4. Instructie en aan het werk

Lesplanning

mevrouw Toledo (TOC)

Nederlands

Even voorstellen

Kennismakingsspel

Twee leugens, één waarheid

Twee waarheden, één leugen

1. Ik ben dol op zoetigheid.
2. Ik heb twee dochters.
3. Ik ben al 24 jaar samen met mijn man.

Twee waarheden, één leugen

1. Ik ben dol op zoetigheid.
2. Ik heb twee dochters.
3. Ik ben al 24 jaar samen met mijn man.

Twee waarheden, één leugen

Wat zijn de waarheden?

Wat is de leugen? 

3 minuten voorbereiding!

Dilemma's

Dilemma 1

Dilemma 2

Dilemma 3

Afspraken

- Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen/zeggen.

-Je hebt je spullen bij je (boek, schrift, laptop, pen).

-We laten elkaar uitpraten.

-We zijn respectvol naar elkaar.

Klas 3 en 4

Naast gewone toetsen (proefwerken) begin je dit jaar aan het programma van toetsing en afsluiting (PTA). 

• T1 - fictie (eind jaar 3) 15%
• T2 - kijk- en luistertoets (jaar 4) 15%
• T3 - schrijfvaardigheid (jaar 4) 30%
• T4 - basisvaardigheden (jaar 4) 20%
• T5 - mondeling debat (jaar 4) 20%
• Daarna: eindexamen! Waar denk je dat het eindexamen uit bestaat?

Ingewikkeld

of niet?

Verbanden in teksten

DOEL

 Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand signaalwoorden.

tekstverbanden en signaalwoorden

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

SIGNAALWOORDEN

Aan een signaalwoord

zie je met welk tekstverband

je te maken hebt.

Je hebt in 2 mavo al vier tekstverbanden geleerd. 

Kijk eens naar de volgende zinnen:

• Ten eerste spreek ik Nederlands en ten tweede spreek ik Engels.
• Opsommend verband
• Vroeger sprak ik alleen Nederlands. Daarna leerde ik Engels.
• Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
• Ik spreek meerdere talen, zoals Nederlands en Engels.
• Toelichtend verband
• Ik spreek Nederlands en Engels, maar Spaans moet ik nog leren.
• Tegenstellend verband

        

Aan het werk

Maak opdracht 1 op blz 10 + 11.

Maak opdracht 2 op blz 11. Let op: de tekst loopt door op blz 12.

Wat weet je nog?

• Bedenk een zin met daarin het verband oorzaak-gevolg en noteer deze zin in je schrift.
• Wissel de zin uit met de persoon naast je. Klopt de zin?