2.4 schrijven en formuleren

2.4 schrijven en formuleren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.4 schrijven en formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Aantekeningen: nieuwsbericht
Een nieuwsbericht geeft de lezer informatie over een speciale gebeurtenis.

Regels voor het schrijven van een nieuwsbericht:
• Houd het bericht kort. Wel: alle belangrijke feiten. Niet: onbelangrijke details.
• Schrijf over één onderwerp.
• Geef antwoord op de 5W1H-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
• Schrijf de belangrijkste feiten in de inleiding.
• Geef het bericht een korte, duidelijke titel.
• Schrijf alleen over feiten, geef NIET je mening.

Slide 2 - Tekstslide

Aantekeningen: nieuwsbericht
Een tekst leest prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt. Je gebruikt dan:
• een verwijswoord: Rens stemt op GroenLinks, want hij vindt het klimaat belangrijk.
• een synoniem: De leerlingen van 2B ging op schoolreis. Dit uitstapje was een leuke dag.
• een omschrijving: Fayza pakt de zesteur. Met dit keukengereedschap schraapt ze snippers van de citroenschil.

Een tekst leest ook prettig door afwisseling in de zinsbouw. Dat is de woordvolgorde in een zin. Begin bijvoorbeeld niet elke zin met ‘Ik ...’, of ‘Toen ...’. Begin ook niet elke zin met hetzelfde zinsdeel, bijvoorbeeld het onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Ga in alleen of in tweetallen opzoek naar nieuwsartikelen op een tablet! 

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag 

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen check
SO 2.4

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Slide 7 - Tekstslide

Wel: alle belangrijke feiten. Niet: onbelangrijke details.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Geef het bericht een lange titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Verwijswoorden, synoniemen en omschrijvingen zorgen voor herhaling.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

2.4 schrijven en formuleren 
(deel 2)

Slide 11 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling
  • Maken

Slide 12 - Tekstslide

Aantekeningen: nieuwsbericht
Een nieuwsbericht geeft de lezer informatie over een speciale gebeurtenis.

Regels voor het schrijven van een nieuwsbericht:
• Houd het bericht kort. Wel: alle belangrijke feiten. Niet: onbelangrijke details.
• Schrijf over één onderwerp.
• Geef antwoord op de 5W1H-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
• Schrijf de belangrijkste feiten in de inleiding.
• Geef het bericht een korte, duidelijke titel.
• Schrijf alleen over feiten, geef NIET je mening.

Slide 13 - Tekstslide

Aantekeningen: nieuwsbericht
Een tekst leest prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt. Je gebruikt dan:
• een verwijswoord: Rens stemt op GroenLinks, want hij vindt het klimaat belangrijk.
• een synoniem: De leerlingen van 2B ging op schoolreis. Dit uitstapje was een leuke dag.
• een omschrijving: Fayza pakt de zesteur. Met dit keukengereedschap schraapt ze snippers van de citroenschil.

Een tekst leest ook prettig door afwisseling in de zinsbouw. Dat is de woordvolgorde in een zin. Begin bijvoorbeeld niet elke zin met ‘Ik ...’, of ‘Toen ...’. Begin ook niet elke zin met hetzelfde zinsdeel, bijvoorbeeld het onderwerp.

Slide 14 - Tekstslide

Maken
2.4 opdracht 8, 9 en 10
Opdracht 9 schrijf je in een Word document en lever je bij mij in.
Zelfstandig

Slide 15 - Tekstslide

2.4 schrijven en formuleren 
(deel 3)

Slide 16 - Tekstslide

Planning
  • Maken opdracht 11 en 12
  • Bespreken schrijftaak

Slide 17 - Tekstslide

Maken en bespreken
2.4 opdracht 11 en 12
Opdracht 11 schrijf je in een hetzelfde Word document en lever je bij mij in.
Zelfstandig

Slide 18 - Tekstslide