4.1 Toename en afname in procenten

Leg je boek, schrift, rekenmachine en etui op tafel


Invoegen plattegrond op niveau
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leg je boek, schrift, rekenmachine en etui op tafel


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Terugblik vk
● Nieuwe stof: 4.1
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt toename in procenten berekenen met
behulp van een procententabel.

Je kunt afname in procenten berekenen met
behulp van een procententabel.




H4: Statistiek

VK: Procenten
4.1: Toename en afname in procenten
4.2: Beeldiagram en staafdiagram
4.3: Lijndiagram en cirkeldiagram
4.4: Turftabel, histogram en steelbladdiagram
4.5: Centrummaten

Slide 3 - Tekstslide

1/4
10%
20%
1/10
0,25
33,3
12,5%
0,001
0,125
0,01

Slide 4 - Sleepvraag

Voorkennis H4: Procenten
De breuk          en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd. 
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 

1% =          ,  dus 10% =                           
1001
10010=101
101

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
Opdracht 4 vaan de voorkennis:
Aanbieding voor gympen.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoe bereken je de nieuwe prijs?

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
Opdracht 4 vaan de voorkennis:
Aanbieding voor gympen.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
Met een procententabel!

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen

Slide 10 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?
1
x

Slide 14 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?
1
x

Slide 15 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100

Slide 16 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100

Slide 17 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65

Slide 18 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

59 ÷ 100 × 65 = 38,35


Gympen
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65

Slide 19 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

59 ÷ 100 × 65 = 38,35
Dus de nieuwe prijs
is €38,35.

Gympen
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Slide 21 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
We hoefden daarnet maar 65% van de prijs voor de gympen te betalen. De originele prijs was natuurlijk 100%.
Er was dus een procentuele afname, of afname in procenten.

Slide 22 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
We hoefden daarnet maar 65% van de prijs voor de gympen te betalen. De originele prijs was natuurlijk 100%.
Er was dus een procentuele afname, of afname in procenten.
De afname in procenten is 100 - 65 = 35%.

Slide 23 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
We hoefden daarnet maar 65% van de prijs voor de gympen te betalen. De originele prijs was natuurlijk 100%.
Er was dus een procentuele afname, of afname in procenten.
De afname in procenten is 100 - 65 = 35%.
Je kunt natuurlijk ook toename in procenten hebben.

Slide 24 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-

Slide 25 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?

Slide 26 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-

Slide 27 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?

Slide 28 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?
We gebruiken weer een procententabel.

Slide 29 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Slide 30 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging

Slide 31 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265

Slide 32 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8

Slide 33 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?

Slide 34 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x

Slide 35 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x

Slide 36 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265

Slide 37 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265

Slide 38 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 39 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 40 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...
Dus een toename van 3,0%.
Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 41 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Afname in procenten werkt hetzelfde als toename in procenten. Je moet alleen zorgen dat je de afname in euro's berekend, die kun je dan invullen in de procententabel.

Slide 42 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Afname in procenten werkt hetzelfde als toename in procenten. Je moet alleen zorgen dat je de afname in euro's berekend, die kun je dan invullen in de procententabel.

Slide 43 - Tekstslide

Online huiswerk inleveren

Foto's uploaden

pparbhoe@bbonderwijs.nl




Slide 44 - Tekstslide

Huiswerk


Maken van H4:

Voorkennis blz. 195: opg. 1 t/m 7
Paragraaf 4.1  blz  196 - 198: opg. 1 t/m 9 en Rekenbreak

Nakijken - verbeteren en mailen:

Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt !!!











Slide 45 - Tekstslide

Waar hebben we
het over gehad?

Slide 46 - Woordweb

Slide 47 - Video