Wat heb je geleerd? EIND H1 Rekenen

WAT HEB JE GELEERD?
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WAT HEB JE GELEERD?

Slide 1 - Tekstslide

Formatief toetsen
(soeptoets)

   Toets om te leren 
     
Hoe proeft jouw soep?

7 vragen

Slide 2 - Tekstslide

Kristel koopt 2,693 kg sinaasappels van € 2,14 per kg.
Zij pint het bedrag.
Welk bedrag wordt er van haar rekening afgeschreven?

Vul in: € ......

Slide 3 - Open vraag

Kristel koopt 2,693 kg sinaasappels van € 2,14 per kg.
Zij pint het bedrag.
Welk bedrag wordt er van haar rekening afgeschreven?

Slide 4 - Tekstslide

Manon koopt 0,602 kg aardappelen en betaalt met contant geld.
De aardappelen kosten € 1,29 per kg.
Hoeveel moet Manon betalen?

Vul in: € ......

Slide 5 - Open vraag

Manon koopt 0,602 kg aardappelen en betaalt met contant geld.
De aardappelen kosten € 1,29 per kg.
Hoeveel moet Manon betalen?

Slide 6 - Tekstslide

Welk merk gezichtscrème is in verhouding het goedkoopst?

Bereken eerst de prijs per ml van Hydra Zon.
Let op! Niet afronden, dus 3 decimalen en 3 puntjes.

Vul in: € ......

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Welk merk gezichtscrème is in verhouding het goedkoopst?

Bereken de prijs van SkinActief per ml van Hydra Zon.
Let op! Niet afronden, dus 3 decimalen en 3 puntjes.

Vul in: € ......

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Welk merk gezichtscrème is in verhouding het goedkoopst?
A
Hydra Zon
B
SkinActief
C
Beide even duur

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel dagen en uren zitten er in 200 uur?

Typ: .... dagen en ... uur

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel uren en minuten zitten er in 255 minuten?

Typ: ... uren en ... minuten

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel kwartalen zijn 7 jaar en 1 kwartaal?

Vul in: ... kwartalen

Slide 14 - Open vraag

Ellis heeft een kwartaalabonnement op het tijdschrift Cover. Hoeveel is Ellis na een jaar voordeliger uit met een halfjaarabonnement?

Vul in: Na een jaar is Ellis €..... voordeliger uit met een halfjaarabonnement.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Ellis heeft een kwartaalabonnement op het tijdschrift Cover. Hoeveel is Ellis na een jaar voordeliger uit met een jaarabonnement?

Vul in: Na een jaar is Ellis €..... voordeliger uit met een jaarabonnement.

Slide 17 - Open vraag

4 x 52 = 208
208 - 180 = 28

Na een jaar is Ellis €28 voordeliger uit met een jaarabonnement. 

Slide 18 - Tekstslide

Bryan gaat naar het vliegveld. Het is druk op het vliegveld. Bryan moet van 16:55 uur tot 19:12 uur wachten bij de douane.
Hoe lang moet Bryan wachten?
Typ: .... uur en ... minuten

Slide 19 - Open vraag


Bryan gaat naar het vliegveld. Het is druk op het vliegveld. Bryan moet van 16:55 uur tot 19:12 uur wachten bij de douane.
Hoe lang moet Bryan wachten?
Typ: .... uur en ... minuten

Slide 20 - Tekstslide

Paul maakt een wandeling. Hij vertrekt om 9:48 uur.
Zijn wandeling duurt 4 uur en 37 minuten.
Hoe laat is Paul terug?

Typ: .. : .. (geen spaties)

Slide 21 - Open vraag

Paul maakt een wandeling. Hij vertrekt om 9:48 uur.
Zijn wandeling duurt 4 uur en 37 minuten.
Hoe laat is Paul terug?

Slide 22 - Tekstslide

Evander reist met de trein van Roosendaal naar Parijs.
Hij komt om 22:05 uur aan. Zijn reis heeft 3 uur en 34 minuten geduurd.
Hoe laat is Evander vertrokken?

Typ: .. : .. (geen spaties)

Slide 23 - Open vraag

Evander reist met de trein van Roosendaal naar Parijs. Hij komt om 22:05 uur aan. Zijn reis heeft 3 uur en 34 minuten geduurd.
Hoe laat is Evander vertrokken?

Slide 24 - Tekstslide

Sharon zwemt de 50 m vrije slag in 29,92 seconden.
Bereken haar snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.

Vul in: ...... m/s

Slide 25 - Open vraag

Sharon zwemt de 50 m vrije slag in 29,92 seconden.
Bereken haar snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.

Vul in: ...... m/s

Slide 26 - Tekstslide

Bereken en rond zo nodig af op één decimaal.

3,1 m/s = ...... km/uur

Slide 27 - Open vraag

Bereken en rond zo nodig af op één decimaal.

3,1 m/s = ...... km/uur

Slide 28 - Tekstslide

Bereken en rond zo nodig af op één decimaal.

205 km/uur = ...... m/s

Slide 29 - Open vraag

Bereken en rond zo nodig af op één decimaal.

205 km/uur = ...... m/s

Slide 30 - Tekstslide

Joris wandelt 6,7 km in 1,5 uur.
Bereken zijn snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.

Vul in: .... m/s

Slide 31 - Open vraag

Joris wandelt 6,7 km in 1,5 uur.
Bereken zijn snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe spreek je het getal
3 077 00 500 uit?

Slide 33 - Open vraag

Schrijf 75 055 699 493 met het woord miljard.
Rond af op twee decimalen.

Slide 34 - Open vraag

Schrijf 82 046 met het woord duizend.
Rond af op één decimaal.


Slide 35 - Open vraag

Zangeres Jennifer verdient 32,3 miljoen euro in een jaar.
Bereken hoeveel zij per week verdient. Schrijf je antwoord met het woord duizend. Rond af op een heel getal.

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Voetballer Messi verdient 40,3 miljoen euro per jaar.
Hoeveel verdient hij per uur?
(Uitgaande van 52 weken en 24 uren)
Rond af op hele euro's.

Slide 38 - Open vraag

Voetballer Messi verdient 40,3 miljoen euro per jaar.
Hoeveel verdient hij per uur?
Rond af op hele euro's. 
40300000 : 52 = 775 000 per week
775 000 : 7 = 110 714,286 per dag
110 714,286 : 24 = 4 613,095... per uur
Lionel verdient  €4 613 per uur.  

Slide 39 - Tekstslide

EVALUATIE
eindopdracht:
Wat heb je geleerd?
A
Ik begrijp alles en heb ook alles goed gemaakt.
B
Ik begrijp alles, maar heb wel wat onnodige fouten gemaakt.
C
Ik begrijp nog niet alles, maar door te blijven oefenen zal dit goedkomen.
D
Ik begrijp nog te weinig en heb daarom nog extra hulp nodig.

Slide 40 - Quizvraag


Blijf 3 keer per week oefenen, zodat het in je lange termijngeheugen blijft zitten. 

SUCCES!

Slide 41 - Tekstslide