Noteer in eigen woorden, in je schrift, wat een hoofdgedachte is.
Klaar? Log met je laptop in op deze LessonUp.
§3Hoofd-gedachte
Startopdracht:
timer
3:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Noteer in eigen woorden, in je schrift, wat een hoofdgedachte is.
Klaar? Log met je laptop in op deze LessonUp.
§3Hoofd-gedachte
Startopdracht:
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wat een hoofdgedachte überhaupt is.
Je kunt de hoofdgedachte van een tekst herkennen.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
In deze les:
Verder werken aan Cursus 1: Meer dan lezen.
Huiswerk bespreken
De uitleg van Lezen paragraaf 3herhalen.
Zelfstandig paragraaf 3 afmaken.
Gezamenlijk afronden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat is het onderwerp van het liedje?
Slide 5 - Woordweb
Typ in één zin de hoofdgedachte van het liedje.
Slide 6 - Open vraag
Huiswerk bespreken
Cursus 1, paragraaf 3: Hoofdgedachte. Opdracht 3 op blz. 22-23.
Geef uitvoerig antwoord! Dat wordt ook op de toets van je van je verwacht.
timer
10:00
Slide 7 - Tekstslide
Stap 1: Bepaal het onderwerp van de tekst door de vraag te stellen: waar gaat deze tekst over?
Stap 2: Lees de tekst.
Stap 3: Geef in één zin antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in deze tekst over het onderwerp wordt gezegd? Het antwoord op die vraag is de hoofdgedachte.
Hoofdgedachte
Zo vind je de
Slide 8 - Tekstslide
Hoofdgedachte
Hoofdgedachte is vaak te vinden:
in de inleiding of het slotvan de tekst.
Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de hele tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Slide 9 - Tekstslide
Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een onderwerp.
Daarnaast heeft elke tekst een hoofdgedachte.
De hoofdgedachte van een tekst
vertelt in één zin de belangrijkste
boodschap van de tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst
Slide 11 - Quizvraag
Leg het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.
Slide 12 - Open vraag
Het onderwerp van een tekst...
De hoofdgedachte van een tekst...
Is waar de tekst over gaat.
Is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken.
Vind je in de titel en de inleiding.
Vind je in de titel, de inleiding of het slot.
Het onderwerp van een tekst...
De hoofdgedachte van een tekst...
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 14 - Quizvraag
We gaan nu oefenen met het vinden van de hoofdgedachte. Vind je het nog lastig, neem dan plaats aan de hulptafel.