8.2 bloed stroomt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

8.2 BLOED STROOMT

Lesprogramma

• Bespreken leerdoelen    (2 min)
• Opdracht bloedsomloop     (15 min)
• Theorie 8.2 ´Bloed stroomt´  (10 min)
• Huiswerken maken  (10 minuten)
• Herhaling leerdoelen  (3 min)

Leerdoelen

Je kunt:

....de drie soorten bloedvaten benoemen en beschrijven.

....de belangrijkste bloedvaten in je lichaam benoemen.

...beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt.

...de bouw van het hart en de route van het bloed daardoor.

....uitleggen hoe het hart klopt en bloeddruk ontstaat en meet.

...omschrijven hoe een hartinfarct ontstaat en behandeld wordt.

Opdracht bloed

Geef de bloedsomloop aan met rood en blauw in pijlen

Benoem de onderdelen van het hart en lichaam

Hart:

Benoem onderdelen

Zuurstofrijk en zuurstofarme kant

Hoe stroomt het bloed?

Bloedvaten

• Slagaders: Bloed stroomt van het hart weg, naar de organen toe
• Haarvaten: Hele dunne bloedvaten, geven zuurstof en voedingsstoffen af en nemen afvalstoffen op
• Aders: Bloed stroomt van de organen weg, naar het hart toe

Kenmerken bloedvaten

	Wand	Bloeddruk	Kleppen
Slagader	Dik en gespierd	Hoog (zelfde als hartslag)	Nee
Haarvat	Heel dun (1 cellaag)	Heel laag	Nee
Ader	Dun	Laag	Ja

Bloedvaten benoemen

1. Zoek de stroomrichting van het bloed uit
2. Van het hart weg? Slagader. 
3. Naar het hart toe? Ader.
4. Bekijk het orgaan waar het bloedvat naartoe of vanaf gaat
5. De naam is dan: Naam orgaan + soort bloedvat

Benoem de onderdelen 1, 2 en 3

• Eén uitzondering op de bloedvaten is de poortader. De poortader vervoert bloed van de dunne darm naar de lever. 
• Het bloed is zuurstofarm: deze zuurstof is in het darmkanaal gebruikt voor verbranding.
• Het bloed in de poortader bevat na een maaltijd veel glucose. Deze glucose wordt in de lever omgezet in glycogeen. 

Hoe werkt je hart? DRIE FASEN VAN DE HARTSLAG

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

In welke richting kan het bloed stromen? Leg je antwoord uit.

Aan het werk!

Maak de opdrachten van 8.2 in je werkboek 

Opdracht: 3, 5, 6, 8, 10 t/m 16, 21, 23, 27 en 29

Leerdoelen

Je kunt:

....de drie soorten bloedvaten benoemen en beschrijven.

....de belangrijkste bloedvaten in je lichaam benoemen.

...beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt.

...de bouw van het hart en de route van het bloed daardoor.

....uitleggen hoe het hart klopt en bloeddruk ontstaat en meet.

...omschrijven hoe een hartinfarct ontstaat en behandeld wordt.