In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
8.2 je ademt
Het ademhalingsstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Sleep naar de juiste plaats
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix, (blinde darm)
anus
Slide 2 - Sleepvraag
In de darm is de vertering afgemaakt door darmsap. In de dunne darm zit nu glucose. Even later zit de glucose in je bloed. Bekijk de tekening van de dunne darm met bloedvaten hiernaast. In welke richting verplaatst glucose zich?
A
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 2 gegaan.
B
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 3 gegaan.
C
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 1 gegaan
D
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 2 gegaan.
Slide 3 - Quizvraag
Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam
Slide 4 - Quizvraag
Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water
Slide 5 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel
Slide 6 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 7 - Quizvraag
Wat is verbranding?
A
Een reactie tussen brandstof en koolstofdioxide
B
Een reactie tussen brandstof en water
C
Een chemische reactie
D
Energie verbruiken
Slide 8 - Quizvraag
Startopdracht:
Lees alleen en in stilte de om te onthouden van paragraaf 8.1 op blz. 75.
timer
2:00
Slide 9 - Tekstslide
Herhaling: verbranding
Vul de reactie van verbranding in.
Zuurstof + ............... -> ................ + CO2 + water
glucose
energie
Slide 10 - Tekstslide
Verbranding
Slide 11 - Tekstslide
Samenwerking ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
Verteringsstelsel zorgt voor glucose
Dit is uitgelegd in de les van 7.4: je eten verteert
Ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof
Dit wordt uitgelegd in de les van 8.3: Je ademt
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Leerdoelen 8.2 je ademt
Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening.
Slide 14 - Tekstslide
Ademhaling
Inademen: Er komt lucht met zuurstof in je lichaam
Uitademen: Er gaat koolstofdioxide (CO2) uit je lichaam
Hoe werkt dit?
Inademen: borstholte wordt groter
Uitademen: borstholte wordt kleiner
Slide 15 - Tekstslide
Borstademhaling
Ribben en borstbeen gaan omhoog doordat tussenribspieren worden aangespannen
Buikademhaling
Middenrif beweegt omhoog (ontspannen) en omlaag (aangespannen)
Slide 16 - Tekstslide
Inademen:
ribben omhoog, middenrif naar beneden (plat)->
Borstholte en longen groter ->
Lucht stroomt naar binnen
Uitademen:
ribben naar beneden, middenrif omhoog (bol) -> Borstholt en longen kleiner -> Lucht stroomt naar buiten
Uitademen:
ribben naar beneden, middenrif omhoog (bol)
Borstholt en longen kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Slide 17 - Tekstslide
Route van lucht door je ademhalingsstelsel
1. Neus-/mondholte
2. Keelholte
3. Langs strotklepje
4. Luchtpijp (kraakbeenringen) (1)
6. Bronchiën/luchtpijptakken (2)
7. Luchtpijptakjes
8. Longblaasjes
Slide 18 - Tekstslide
Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.2
Maken: 8.1: 2 t/m 14, 8.2: 2 t/m 7
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (8.1 en 8.2)
timer
6:00
Slide 19 - Tekstslide
Startopdracht:
Maak de 2 vragen.
timer
4:00
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoelen 8.2 je ademt
Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
Slide 21 - Tekstslide
Het ademhalingsstelsel
Slide 22 - Tekstslide
Gaswisseling in de longblaasjes
Dit gebeurt in de longblaasjes:
Hier gebeuren 2 dingen:
Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes, daarna adem je dit uit.
Dit is gaswisseling!
Slide 23 - Tekstslide
O2 = zuurstof
CO2 = koolstofdioxide
Bronchiolen = luchtpijptakjes
Slide 24 - Tekstslide
Je kunt beter ademhalen door je neus
4 taken van de neus:
1. Je neus keurt de lucht, reukzintuig! 2. Je neusharen houden het grove stof tegen. 3. Je neus maakt de lucht vochtig en warm. 4. Trilhaartjes zwiepen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keelholte ( uithoesten of inslikken).
Slide 25 - Tekstslide
0
Slide 26 - Video
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.2
Maken: 8.2 opdr. 3 t/m 20
Klaar? Nakijken én verbeteren -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (8.1 en 8.2)
timer
8:00
Slide 27 - Tekstslide
Lesafsluiting
Ga naar LessonUp en neem deel aan de les.
Slide 28 - Tekstslide
Sleep de naman naar de juiste onderdelen
Longblaasjes
Luchtpijp
Keelholte
Bronchiën
Neusholte
Slide 29 - Sleepvraag
Bronchiën
Luchtpijp
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
Slide 30 - Sleepvraag
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling?
Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes
2 bronchiën
3 luchtpijp
Slide 31 - Sleepvraag
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats. Gaswisseling is ...
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed