H1 Les 2 + 3 Generatief vermeerderen

Groene productie 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Groene productie 

Slide 1 - Tekstslide

H1 Les 2 en 3
Generatief vermeerderen 
Vegatief vermeerderen

Slide 2 - Tekstslide

Agrarisch 
Alles wat met landbouw te maken heeft.
Een agrarische ondernemer probeert zoveel mogelijk gewassen te produceren (telen of kweken). 
Deze teeltwerkzaamheden zijn zaaien, poten of planten. 


Slide 3 - Tekstslide

Soorten zaaien
Zaaien kan heel goed met de hand maar gebeurd bijna altijd met een machine. Manier van zaaien zijn: 
Op rijen zaaien
Precisie zaaien 
Breedwerpig zaaien 

Slide 4 - Tekstslide

Op rijen zaaien: je trekt een geultje en legt daar zaadjes in. Makkelijk om onkruid te bestrijden en oogsten.

Slide 5 - Tekstslide

Precisiezaai: ook in rij alleen met een gelijke afstand tussen de zaadjes. Bijvoorbeeld bij mais of suikerbiet.  

Slide 6 - Tekstslide

Breedwerpig zaaien: een verdeling over een oppervlakte, bijvoorbeeld bij een grasveld. 

Slide 7 - Tekstslide

Poten of planten
Niet alles kan je alleen maar zaaien, maar kan je planten of poten. Aardappels bijvoorbeeld poot je. Ze gaan dan helemaal onder de grond. Vaak gebeurd dit met een pootmachine. 
Planten gebeurd door de bol niet helemaal onder de grond te stoppen. Bijvoorbeeld bij bloembollen en uienbollen. 

https://www.youtube.com/watch?v=deG78sVDz2k 

Slide 8 - Tekstslide

Generatief vermeerderen
Dit is hetzelfde als geslachtelijke vermeerdering. Hiervoor zijn meeldraden (mannelijk) en een stamper (vrouwelijk) nodig. 
Na bevruchting ontstaat een zaadje. Uit het zaadje groeien nieuwe planten met eigenschappen van de vader- en de moeder. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Planten veredelen
Kwekers proberen telkens weer beteren plantenrassen te maken met betere eigenschappen. Dit noem je veredelen. 
Veredelen kan je doen door twee rassen met elkaar te kruisen. 

Slide 11 - Tekstslide

Planten veredelen
Bij het kruisen van de rassen breng je het stuifmeel van het ene ras op de stamper van het andere ras. 
Telkens kies je de beste eigenschappen van een ras om telkens weer te kruisen tot een goed nieuw soort plant. 

Slide 12 - Tekstslide

Plant veredelen 
Het hele proces van soorten bij elkaar zoeken en veredelen kan wel gemiddeld 10 jaar duren. 

Slide 13 - Tekstslide

Ongeslachtelijke vermeerdering
Vegetatieve vermeerdering
Vermeerderen zonder bevruchting
Voordelen zijn:
* kans op ziektes verminderen door sterke moerplant te gebruiken
* soortecht
* snel veel planten produceren


Slide 14 - Tekstslide

Stekvormen: Hielstek, Kop en tussenstek, Wortelstek, Bladstek
Winterstek

Hielstek
Kop en tussenstek
Wortelstek
Bladstek
Winterstek

Slide 15 - Tekstslide

Afleggen: Vegatieve vermeerdering
Kost veel tijd

Slide 16 - Tekstslide

Scheuren: Geranium, Hosta, Lelie, Siergras

Slide 17 - Tekstslide

Enten: Verschillende delen op elkaar zetten van de plant. Plant verbeteren en sterker maken bijv: Tomatenplanten, fruitbomen

Slide 18 - Tekstslide

Oculeren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vegetatieve of ongeslachtelijke vermeerdering
Een stukje van de plant groeit dan uit tot een nieuwe plant, met precies dezelfde eigenschappen. De plant waarvan je dat stukje neemt, is de moerplant of moederplant. 

Slide 21 - Tekstslide

Hulpmiddelen bij stekken
Een stekplaat is een kunststof plaat met een aantal cellen om de stekken in te zetten. 
Stekgrond is de grond die luchtig en waterdoorlatend is en weinig voedingsstoffen bevat. Van te veel voeding sterven de wortels af, doordat het voedingszout vocht onttrekt aan de grond. 
Stekpoeder bevat planthormonen die zorgen dat de plant beter en sneller wortelt. Te veel van die hormonen is giftig voor een plant, Daarom zit er hooguit 1% in. Voor de rest zit er talkpoeder in en middel tegen schimmels. 

Slide 22 - Tekstslide

Rond de vorige opdrachten af:
Les 1 en praktijkopdracht 3 bedrijvenkolom
Maak de vragen over les 2 en 3
Maak de poster opdracht stekvormen



Slide 23 - Tekstslide