In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat is het symbool voor de grootheid volume?
A
v
B
V
C
L
D
P
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de eenheid van massa?
A
(kilo)gram
B
meter
C
newton
D
graden
Slide 2 - Quizvraag
Welke grootheid hoort er bij de eenheid newton?
A
veerconstante
B
massa
C
stroomsterkte
D
kracht
Slide 3 - Quizvraag
Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?
A
seconde
B
uur
C
jaar
D
stopwatch
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de eenheid van de grootheid weerstand? Let op juiste schrijfwijze!
Slide 5 - Open vraag
Welke twee grootheden meet je met een winkelhaak (zie afbeelding).
Slide 6 - Open vraag
Wat is de grootheid in de volgende zin: Ik heb een boete omdat ik 90 km/h reed waar ik maar 80 km/h mocht rijden.
Slide 7 - Open vraag
Wat is de betekenis van het volgende woord: centi
Slide 8 - Open vraag
Wat is de beste definitie van een eenheid.
A
De eenheid is een afkorting van de grootheid.
B
De eenheid geeft betekenis aan het getal.
C
De eenheid is datgene wat wordt gemeten.
D
De eenheid is de maat waarin je de grootheid meet.
Slide 9 - Quizvraag
Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Geen van beide
D
Beide
Slide 10 - Quizvraag
Kracht is een....
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Geen van beide
D
Beide
Slide 11 - Quizvraag
3 m = ... mm
A
300
B
3
C
30000
D
3000
Slide 12 - Quizvraag
1,0 DaL = ... mL
A
1000
B
10.000
C
100
D
1,0
Slide 13 - Quizvraag
kl - hl - dl - l - dal - cl - ml
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
8,4 kN = ... N
A
8400
B
0,0084
C
840
D
0,084
Slide 15 - Quizvraag
Een marathon is 42195 m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195 km
B
42,195 km
C
421,95 km
D
4219,5 km
Slide 16 - Quizvraag
15 km = ..... cm Alleen getal geven als antwoord
Slide 17 - Open vraag
Wat is de centrale eenheid in de volgende gegevens. Op een USB-stick staat 128 kilobyte.
Slide 18 - Open vraag
240 dL = ..... L Alleen getal geven als antwoord
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent het volgende woord: kilo?
Slide 20 - Open vraag
Grootheid
Symbool
Afkorting
Eenheid
Massa
g
F
N
liter
Maak de tabel compleet.
m
gram
kracht
newton
volume
L
V
Slide 21 - Sleepvraag
Welke grootheid meten we met het instrument in de afbeelding hiernaast?
A
Gewicht
B
Massa
C
Volume
D
Temperatuur
Slide 22 - Quizvraag
Tigo doet een onderzoek, hij wil de valsnelheid van een ei bepalen. Hij laat een ei van de bovenste verdieping vallen. De computer geeft weer dat de valtijd 0,78 s is.
Hoeveel milliseconde is dit?
Slide 23 - Open vraag
Is het volgende woord een voorwerp, een stof of een product: een fiets