4M 12.3 Voeding en leefstijl

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht

Schrijf zoveel mogelijk op van wat je hebt onthouden van de vorige les. 
Na 2 minuten vergelijk je je antwoorden met je buurman of buurvrouw en vul je jouw antwoorden aan. 


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek + pen
  6. Stop met praten als de les begint

timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Voeding en vertering
12.1 Enzymen
12.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
12.3 Voeding en leefstijl
12.4 Het verteringsstelsel
12.5 De organen voor vertering
12.6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 12.3
  • Je kunt met behulp van de schijf van vijf adviezen voor een gezonde voeding en leefstijl geven.
  • Je kunt factoren noemen die van invloed zijn op het energieverbruik van organismen. 

Slide 4 - Tekstslide

Schijf van vijf

Slide 5 - Tekstslide

Wat is volgens jullie een gezonde leefstijl? 
  • Overleg in tweetallen over hoe je gezond kan leven.
  • Maak hiervan een lijstje.
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Energie behoefte
Je hebt energie (kcal) nodig voor je grondstofwisseling = de energie die je lichaam in rust verbruikt. 
Daarnaast is hoeveel voeding je nodig hebt afhankelijk van je: 
Gewicht/lengte
Beweging
Leeftijd
Geslacht

Slide 7 - Tekstslide

Overgewicht / Overvoeding = meer eten dan dat je nodig hebt.
Ondergewicht = je eet minder dan je lichaam nodig heeft.
Ondervoeding = Je krijgt te weinig van bepaalde voedingsmiddelen binnen.

Slide 8 - Tekstslide

Anorexia
  • Ondergewicht door lijnen
  • Het begint vaak door onzekerheid
  • Iemand met anorexia is ondervoed en krijgt lichamelijke klachten

Slide 9 - Tekstslide

Hoe houd je een gezond gewicht?

Eet volgens je energiebehoefte
Energiebehoefte = hoeveel energie je nodig hebt.
Hangt af van leeftijd, geslacht en activiteit.

Eet niet meer of minder kJ dan je verbruikt
kilojoule (kJ) en kilocalorie(kcal) = maat voor de hoeveelheid energie
1kcal = 4,2 kJ en 1kJ = 0,23 kcal

Te veel of te weinig

Ondervoed = Je krijgt te weinig voedingsstoffen binnen. Leidt tot ziekte en ondergewicht. 
  • Niet voldoende voedsel door bijv. armoede.
  • Eetstoornis zoals anorexia

Overgewicht = Je cellen gebruiken weinig van de energierijke stoffen uit je voedsel en deze worden opgeslagen als vet. 
  • grotere kans op diabetes type 2, kanker, en hart- en vaatziekten.

Slide 10 - Tekstslide

Tomas is 17 jaar
Hij drinkt 4 blikjes
1 blikje bevat 250 ml
Hoeveel % van zijn dagelijkse energiebehoefte
Wat is gevraagd???

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opgezocht in de opgave
Formule:
Deel: geheel*100%
Wat is het deel??         3400 kJ

Wat is het geheel??           14000 kJ

Slide 13 - Tekstslide

24.3 %
Formule:
Deel: geheel*100%
3400 : 14000* 100% =

Slide 14 - Tekstslide

24.3 %
Het antwoord is dus:

Belangrijk:
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van de hoeveelheid energie die je binnen krijgt met de energiedrank.
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van het percentage 
Ook als je het eerste deel fout doet!!

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen 12.3 
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 7   


Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen 12.3
  • Je kunt met behulp van de schijf van vijf adviezen voor een gezonde voeding en leefstijl geven.
  • Je kunt factoren noemen die van invloed zijn op het energieverbruik van organismen. 

Slide 17 - Tekstslide