Insulae H3.3 Rekenen met tijd

Afspraken
Telefoon in telefoontas
Spullen bij en op tafel
Huiswerk gemaakt = 30 min aan huiswerk gewerkt
Zet je begin en eindtijd bij je opgaven
Respectvol naar jezelf, je medeleerlingen en docenten
Veiligheid voor alles
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afspraken
Telefoon in telefoontas
Spullen bij en op tafel
Huiswerk gemaakt = 30 min aan huiswerk gewerkt
Zet je begin en eindtijd bij je opgaven
Respectvol naar jezelf, je medeleerlingen en docenten
Veiligheid voor alles

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met tijd uitleg les 3.3
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
0 min    
2 min    Uitleggen doelen deze les
5 min    Theorie uitleg
15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje

Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Herhalen vorige lesdoelen
Klassikaal
Nieuwe Lesdoelen uitleggen
Klassikaal
Theorie uitleg
Klassikaal
Zelfstandig werken en HW controle
Zelfstandig
Filmpje of Quizz
Klassikaal
Samenwerken
Samenwerken
Afsluiting herhalen doelen deze les
Klassikaal
Exit ticket invullen
Individueel
Lesplanning

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
  • L3 -2 Je kunt de 5 verschillende soorten van energie opnoemen.
  • L3 -3 Je weet wat elektrische energie is.
  • L3 -4 Je weet wat stralingsenergie is.
  • L3 -5 Je weet wat bewegingsenergie is.
  • L3 -6 Je weet wat thermische energie is.
  • L3 -7 Je weet wat chemische energie is.
  • L3 -8 Je kunt per energiesoort twee voorbeelden noemen.
  • L3 -9 Je weet dat de hoeveelheid bewegingsenergie van een voorwerp afhankelijk is van twee dingen: de massa en de snelheid. 

Slide 4 - Tekstslide

1. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 5 - Quizvraag

2. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 6 - Quizvraag

3. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 7 - Quizvraag

4. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 8 - Quizvraag

5. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 9 - Quizvraag

6. Welke vorm van
energie zie je hier?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 10 - Quizvraag

7. Welke soorten
worden omgezet?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 11 - Quizvraag

8. Welke soorten
worden omgezet?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 12 - Quizvraag

9. Welke soorten
worden omgezet?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 13 - Quizvraag

10. Welke soorten
worden omgezet?
A
Chemische energie
B
Thermische energie
C
Bewegings energie
D
Elektrische energie

Slide 14 - Quizvraag

Doelen (vanuit Insulea)
  • Energie = vermogen * tijd
  • L3 -10 Je kent de verschillende eenheden van tijd (ms, cs, s, min, h, d, wk, a, Daa, ha, ka) en kunt deze in elkaar omrekenen.
  • L3 -11 Je kunt een gegeven tijd overzichtelijk noteren.

Slide 15 - Tekstslide

Tijd en energie
  • Verbruik =  energie per tijd
  • Energie meet je in J(Ws) of kWh
  • Energie om hamburger te bakken ~35 kJ =>  35kWs => 
  •    Bakken = 35 kW een seconde of
  •    Bakken = 3,5 kW tien seconden
  •    Bakken = 350 W honderd seconden

Slide 16 - Tekstslide

Doen:
Afmaken en nakijken 3.2 en 3.3
Als je klaar bent mag je je eigen werk nakijken, vraag on toestemming om verder te gaan
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling
  • Energie = vermogen * tijd
  • L3 -10 Je kent de verschillende eenheden van tijd (ms, cs, s, min, h, d, wk, a, Daa, ha, ka) en kunt deze in elkaar omrekenen.
  • L3 -11 Je kunt een gegeven tijd overzichtelijk noteren.

Slide 18 - Tekstslide